WAT IS EEN PSYCHISCH TRAUMA? DEEL 1.

17 juli 2021 

·
WAT IS EEN PSYCHISCH TRAUMA? Wil het echte slachtoffer opstaan?

Het leven van de mens is wat zijn gedachtes ervan maken

Marcus Aurelius

In ons boek zullen we uitgebreid aandacht besteden aan gevaarlijke boeken. ‘Het drama van het begaafde kindʼ(1979) is zoʼn boek. Er wordt in betoogd dat letterlijk alle kwalen die je op volwassen leeftijd aan de dag kunt leggen aan je opvoeding liggen, hoe anti-autoritair die ook mocht zijn.

Het boekje sloeg in als een bom, vooral omdat het aan alle voorwaarden beantwoordde waaraan een mythe nu eenmaal moet voldoen.

Om te beginnen moet de grondgedachte volslagen uit de lucht gegrepen zijn, maar niet contra-intuïtief. Er zijn slechteriken, in dit geval de ouders. En er is een held, in de vorm van de tere ongerepte mensenziel. Deze heeft dan misschien die vreselijke geboorte waar andere mythes van reppen (geboorte-trauma!) goed doorstaan, maar zijn tabula rasa wordt bruut beschreven door ouders die impliciet of expliciet dwang uitoefenen.

Elke vorm van opvoeding was in de ogen van Alice Miller uit den boze en ze demonstreerde dit door de (auto)biografieën van beroemd- en beruchtheden naar dit model te kneden. ‘In iedere nog zo verschrikkelijke dictator, massamoordenaar en terrorist steekt zonder uitzondering een zwaar vernederd kind, dat slechts door de absolute ontkenning van zijn gevoel de totale onmacht overleefd heeft’, pende ze neer, o.a. verwijzend naar Hitler.

Met deze geheel eigen interpretatie van de erfzonde had Miller het tij wel mee. Was er in 1953 bijvoorbeeld in Nederland nog geen enkel oog voor de slachtoffers van de watersnoodramp, de brandweerlieden die de doden van de treinramp bij Harmelen (1962) uit de wrakstukken hadden helpen lossnijden kregen van de arts al een slaaptabletje voor de nacht daarna – en uiteindelijk daagde het besef dat ook psychische traumaʼs schade kunnen berokkenen. De erkenning kwam eerst voor groepen slachtoffers en verlegde, mede door toedoen van de media, zijn focus op het individu.

Kan er ooit teveel aandacht zijn voor slachtoffers ? Het antwoord is een volmondig ‘jaʼ. In de eerste plaats is het voor de slachtoffers zelf niet goed, omdat overdreven aandacht ervoor zorgt dat ze hun leven moeilijk weer kunnen oppakken. Zo zijn er onderzoeken gedaan naar mensen die rechtzaken beginnen omdat ze bijvoorbeeld vinden dat ze recht hebben op compensatie voor het leed dat ze hebben ondervonden. Niet alleen moeten zij daarbij steeds weer betogen hoe traumatisch de omstandigheden waren waarvan ze ziek zijn geworden, ook is het voor de uitkomst van zoʼn proces niet opportuun om te vlug te genezen. Dat gebeurt dan ook niet. Het slachtofferschap is hun baan en hun identiteit geworden.

Ook optredens van slachtoffers in de media leiden vaak tot negatieve gevoelens bij de betrokkenen. En zelfs tot ‘revictimisatieʼ, aldus het rapport ‘Publiek bezit tegen wil en dank?’ (2009), dat we in ons boek uitvoerig zullen behandelen.

De media spelen anderzijds een bedenkelijke rol waar het gaat om de beeldvorming van betrokkenen bij een drama. Er wordt tegenwoordig standaard vanuit gegaan dat slachtoffers er een psychisch trauma aan overhouden, ofschoon dat in de meeste gevallen niet zo is. Het maakt dat mensen denken dat ze een trauma hebben, als – in de eerste periode na de gebeurtenis – de herinnering eraan zich lastig opdringt. Maar dat is normaal en gaat in de meeste gevallen over.

De omschrijving van het begrip ‘traumaʼ is inmiddels zo ruim dat we daar allemaal onder vallen. Wie heeft er nu nooit een krenking ondergaan in zijn jeugd, al was het maar een vaccinatie ‘voor eigen bestwil’ ? In ‘Dubieuze liefde in de omgang met het kindʼ betoogt J.H.van den Berg in 1958 dat het gaat om een omgang met kinderen die ‘goed genoegʼ is. Frustraties, tegenslagen en miskenning horen bij het leven en het kan geen kwaad de bevrediging van je behoeftes soms even uit te stellen.

Het idee van Alice Miller en haar moderne volgelingen dat er een ‘ware zelfʼ zou zijn, dat tevoorschijn komt als je je ‘innerlijke kindʼ alsnog de liefde en de aandacht geeft die het is tekortgekomen, is een typisch wanprodukt van de slachtoffercultuur en het is deze gedachtekronkel die in rechte lijn naar de RMT (recovered memory therapy) voert.

We gaan in het te schrijven boek uitgebreid in op de rode loper die er is uitgerold voor het slachtofferschap, omdat het de voedingsbodem karakteriseert waaruit de RMT ontstond. En hoewel er ook kritiek was op het gedachtegoed : het heeft zich als een zeer besmettelijke ziekte over de wereld verspreid. De Westerse wereld, wel te verstaan, daar waar men niet geconfronteerd wordt met gifgas-aanvallen, bermbommen of een tekort aan voedsel en medische middelen. Waar men niet hoeft te vluchten voor geweld of onderdrukking, zoals waar de echte slachtoffers wonen – voor zover je het ‘wonen’ mag noemen.

Maar het gebruik van het woord ‘echtʼ om slachtoffers van ernstige misstanden of rampen te differentiëren van de middle class vrouw die ‘eerst haar innerlijk kind moet helen, voordat ze zich zorgen kan maken over de rest van de wereld’, is vloeken in de recovery-kerk.