5 juni 2021 ·
Sfeer van kameraadschap, door het vuur gaan, verraad, vuurpeleton, moffen ombrengen/vergelding, de kelder in de Euterpestraat, één van de weinige overlevenden zijn, eeuwige trouw zweren, survivalguilt, geheime codes, gemarteld worden (maar niet doorslaan), explosieven, treinovervallen, geen onrecht kunnen verdragen, ‘mijn plicht doen’, opoffering.
Lezers hebben in bovenstaande opsomming ongetwijfeld de retoriek van het verzet herkend. De lijst kan nog worden uitgebreid, maar we hebben ons beperkt tot een willekeurige selectie uit de uitgeschreven teksten (1975)* van LSD sessies van de Leidse psychiater prof. J. Bastiaans met ene ‘Willem van Salland.’ Meer over degene die zich achter dit pseudoniem verschool in het te schrijven boek.
Het is een opmerkelijk feit dat de Joden nergens worden genoemd in de lecturele neerslag van het therapeutisch proces, waarin van Salland met behulp van diverse geestesverruimende middelen uiteindelijk herinneringen krijgt aan een roemrucht verzetsverleden. Maar wat ons op dit moment bezighoudt, is het feit dat de therapie niet wezenlijk verschilt van de huidige therapieën bij PTSS en dissociatieve stoornissen. Het heeft er althans veel basis- ingrediënten mee gemeenschappelijk.
Laten we daartoe eerst eens de bovenstaande to-do lijst voor verzetsstrijders in ogenschouw nemen. Hoewel de diverse elementen allemaal op z’n tijd wel degelijk onderdeel hebben uitgemaakt van ervaringen van verzetsstrijders, is het een stijl- kenmerk van mis lit kitsch dat al die diepte- maar soms ook hoogtepunten, er tegelijk en over elkaar heenbuitelend in plaats vinden.
Zo ziet men in boeken van mensen die hun fictieve Holocaustverleden als kind hebben opgegraven zowel het ghetto van Warschauw langskomen, Mengele en zijn experimenten, zich misdragende – natuurlijk Duitse – soldaten, terechtstellingen, verraad, honger, ziekte, ratten, – als de gaskamers.
De stijlkenmerken die bij een bepaald type verhaal horen, of het nu SRM, het verzet, of de Holocaust is, worden door de therapeut vakkundig in een psychologisch kader ondergebracht, dat het frame van het verhaal vormt. Dat gaat aldus (B = Bastiaans ‘in gesprek’ met Willem van Salland):
B. Ben je misselijk?**
– Ja….verschrikkelijk….
B. Weet je waarom, Willem? Op die plek, daar op de Veluwe zit dat schuldgevoel van je. Daar waar je in één keer diverse kameraden verloor.
– Alles beweegt nu. Ik ben verschrikkelijk onrustig…
B.: Je bent bang hè?
– Waarvoor dan?
B.: Voor dié herinnering.
– Zou het?
B.: Jazeker. Want kun je je nog herinneren of je tóén, daar in de Veluwe, ook opeens misselijk werd?
– Jawel….
B.: Weet je ook waarom je zo misselijk werd?
– …
B. Willem, was het VERRAAD?
– Jaa…Oh god, jaaaa
De lezer beoordele zelf wie in deze passage het meeste invloed uitoefent op het proces. Willem zelf is bijna alleen aan het woord om te beamen, te herkennen, het zich eigen te maken. Hoewel er ook passages zijn waarin hij een eigen bijdrage levert, is op bijna elke bladzijde van het boek wel een stuk tekst aan te wijzen, waarin Bastiaans sturend is. Net als bij DIS-therapie wordt de patiënt hierdoor gesterkt in zijn vertrouwen dat de therapeut weet wat er zich binnenin hem afspeelt, terwijl de therapeut wordt bevestigd in zijn inzichten. Sommige therapeuten, w.o. ook Bastiaans, leggen de therapie vast op een geluidsdrager, zodat de patiënt zich de therapeutelijke wijsheden ook tussen de therapieën in kan eigen maken.
Treden er – na een schijnbaar bevredigend einde van de therapie – in het huidige leven stressvolle gebeurtenissen op (zoals een verhuizing of de dood van een vriend), dan doet prof. Bastiaan onmiddellijk weer een greep in de gifkast om Willem door middel van LSD te ontlasten van een zeer hardnekkige oorlogsherinnering, die kennelijk nog vastzit. En wij? Wij zijn er niet eens meer verbaasd over dat deze nog wordt gevonden ook.
Bastiaans vat de onwennigheid van Willem Salland in zijn ontluikende gloednieuwe identiteit als verzetsheld als volgt samen:
B: Alsof je een oude vertrouwde jas hebt weggedaan terwijl de nieuwe nog niet helemaal lekker zit.
Dat dus.
* Wim Wennekes (1975) Allemaal rottigheid, allemaal ellende. Amsterdam, Wetenschappelijke Uitgeverij bv.
** Alle in dit fragment beschreven lichamelijke verschijnselen zijn een vast onderdeel van de bij LSD gebruikelijke ‘body-load’. Bastiaans, echter, beschrijft misselijkheid als een soort lichaams- herinnering en preludeert daarmee op ‘The Body keeps the Score’ en andere publicaties van moderne traumatherapeuten. Het trauma staat voor deze lieden zo centraal, dat ze er van alles en nog wat mee in verband brengen. Voor een psychiater als Bastiaans, immers medisch opgeleid, een gotspe!