3 mei 2021
EEN SPECIAAL GEVAL VAN APOFENIE
“Veel dissociatieve patiënten hebben het gevoel dat gedachten ‘in’ hun geest ‘geplant’ of ‘eruit getrokken’ worden(…).Doorgaans is het dat deel van de persoonlijkheid (…) dat op dat moment de controle heeft die dit ervaart, terwijl een ander deel de controle heeft over de inplanting of onttrekking.”Onno van der Hart et.al., Het Belaagde Zelf (2010).
In 1911 publiceerde de Zwitserse psychiater Eugen Bleuler zijn magnum opus: ‘Dementia praecox oder die Gruppe der Schizophrenien’. Hiermee vond de benaming schizein = gespleten en phren = geest zijn ingang in de psychiatrie. Bleuler omschreef schizofrenie daadwerkelijk als de dissociatie – of ‘Spaltung’ – van verschillende psychische functies.
Later (1959) werden de ‘First Rank Symptoms (FRS) door Schneider geformuleerd. Deze werden daarom zo cruciaal geacht, omdat vroeg ingrijpen misschien erger zou kunnen voorkomen. Het bovenstaande fragment beschrijft zo’n symptoom. Een tweede en derde Schneideriaans symptoom worden verderop in het geciteerde boek aangestipt, namelijk het horen van stemmen en het feit dat mensen met DIS volgens de schrijvers vaak wanen hebben. Maar…., die kunnen alle worden uitgelegd als mogelijk ‘trauma-gerelateerd’, aldus van der Hart cum suis.
Sinds de opleving van gevallen van meervoudige persoonlijkheid, nu DIS, wordt benadrukt dat schizofrenie niet te vergelijken is met het hebben van meerdere persoonlijkheden, identiteiten of alters. Het gaat er bij schizofrenie* om – verzekert men het in verwarring gebrachte publiek – dat verschillende psychische functies soms los van elkaar opereren. Denk daarbij bijvoorbeeld aan waarnemen, denken, geheugen en emoties. Heel wat anders dan die zelfstandige en complete identiteiten van DIS!
Wat in dit onderscheid echter over het hoofd wordt gezien, is dat alters zich zelden bij de anamnese als zodanig presenteren. Niet voor niets lopen veel mensen die later de diagnose DIS krijgen opgeplakt, jarenlang stad en land af om te shoppen bij de geestelijke gezondheidszorg. De meeste therapeuten zien namelijk geen alters. Noch een ‘major trauma’, trouwens. Net zomin als de in de DSM vastgelegde diagnose DIS in de meeste andere culturen opgeld doet.
Zijn zij allen “blind”, zoals ook door complot-adepten wordt beweerd van andersdenkenden? Volgens de dissociatie = trauma-beweging is dat inderdaad het geval. Het is m.n. te danken aan hùn ervaring en hùn bijzondere kennis van DIS en andere vormen van ‘traumatische dissociatie’, dat ze door de façade die de patient ophoudt – ook voor zichzelf, zie ‘nonrealisatie’ – kunnen heenprikken. Of zoeken trauma-therapeuten spijkers op laag water?
“Het gaat er in het eerste stadium (van de therapie, ddvP) om dat de therapeut de beschikbare gegevens integreert”, aldus van der Hart et.al. in bovengenoemd boek. “Onverwachte of herhaalde wisselingen in de toon en het volume van de stem, in lichaamshouding, in bewegingspatronen en gespreksonderwerpen kunnen bijvoorbeeld duiden op de afwisseling tussen verschillende dissociatieve delen.” Daarnaast verklaart hij het feit dat zich symptomen van schizofrenie en borderline kunnen voordoen volgens een redenering die wat aan matroesjka’s doet denken, die holle Russische poppetjes, waar binnenin de één steeds weer een ander, kleinere, verborgen blijkt te zitten. De diverse alters, namelijk, kunnen elk voor zich verschillende symptomen vertonen. Dus is het heel goed mogelijk dat er een schizofrene tussen zit!
Daar alters – ofwel E.P’s: emotionele delen van de persoonlijkheid – worden beschouwd als dragers van traumatische herinneringen en daar die laatste elk voor zich weer bestaan uit “gedissocieerde cognitieve, sensorimotorische, emotionele en fysieke elementen” (zie vorige post), is het niet vreemd dat het de therapeut soms vreemd te moede wordt. Dat het hem duizelt en dat hij zich van tijd tot tijd wat licht in z’n hoofd voelt.
Van der Hart en consorten wijten dit aan E.P’s die de therapie saboteren….
* Tegenwoordig ook wel psychose-spectrum syndroom genoemd, om aan te duiden dat het niet om een enkele ziekte-eenheid gaat, maar dat de verschijnselen in ernst en verloop kunnen verschillen.
ADDENDUM:
Psychotic Alter
Some alters have psychosis or psychotic symptoms. However, many symptoms which appear psychotic are not. For example, visual flashbacks may be mistaken for hallucinations, and strange body sensations (body memories) which are physical flashbacks of past trauma can be mistaken for tactile hallucinations.
Hearing “voices” is a common experience in people with DID/DDNOS, the “voices” are alters trying to talk, and occasionally may come from outside the person’s head rather than inside, which is more common.
“Thought snatching” (taking away your thoughts) can be caused by the actions of alters.
Beliefs caused by trauma can be mistaken for paranoia, for example a person may be told that a “bug” has been implanted by abusers to record any dislosures they make. Working through the memory of the trauma will resolve the paranoia that it caused.
Some people who have been abused within ritually abusive groups may have alters who are trained (programmed) to produce psychotic-like symptoms under certain circumstances. It is possible to have an alter with a psychotic disorder, or to have schizophrenia as well as DID/DDNOS. This appears to be relatively rare.
Schizophrenia is a common misdiagnosis for people with Dissociative Identity Disorder, although many people with DID/DDNOS believe they are going “crazy” they do not have a break with reality.
Abusive groups are known to have created alters who carry out “jobs” which make a person appear either “crazy” or learning disabled, for example scrambling or garbling words and numbers so they cannot be understood, hearing high pitched sounds and feeling “lost in a maze” in the back of your head, making your mind go foggy or misty or being spatially confused and unsure what the truth is.
Anti-psychotic medication will not “remove” alters but can make the communication needed to heal more difficult Read more (Ja, lees vooral meer, DdvP!)