12 april 20021
BEELDEN DIE ICONISCH ZIJN VOOR DE MYTHE VAN HET SATANISCH RITUEEL MISBRUIK (SRM).
In 1967 werd de door Ira Levin geschreven thriller Rosemary’s baby uitgebracht. Het boek werd een bestseller en werd een jaar later door Roman Polanski verfilmd. Het was diens debuut in Hollywood en vestigde er meteen zijn naam.
In die tijden stonden de christelijke waarden onder druk, in de V.S. Feministen, nieuwe religieuze sektes, hippies en popmuziek werden als bedreiging ervaren en het kwam voor dat kinderen die betrapt werden op het beluisteren van ‘sympathy for the devil’ van de Rolling Stones, naar her-opvoedingskampen werden gestuurd.
Veel conservatieven leefden in de vrees dat Satan was neergedaald om de aarde op God te veroveren. En het werd er niet beter op toen het weekblad Time een coverstory publiceerde met de titel: Is God dead?
Het verhaal gaat over een jong echtpaar, bestaande uit Rosemary, een wat naieve vrouw – en Hugh, een ambitieuze acteur die het gevoel heeft dat het ‘nu of nooit’ is, met zijn loopbaan. Als ze verhuizen komen ze in aanraking met de buren, een vriendelijk en gedistingeerd ouder echtpaar. Wat Rosemary echter niet weet is dat deze mensen lid zijn van een satanssekte, bestaande uit gerespecteerde leden – hier komt ‘de elite’ om de hoek kijken! – van de samenleving en dat Hugh in feite zijn ziel aan de duivel verkoopt, door betrekkingen met hen aan te gaan.
En niet alleen zijn eigen ziel: hij belooft in ruil voor een glanzende carrière dat zijn eerstgeborene een satanskind zal worden. Daartoe wordt Rosemary gedrogeerd en tijdens een bloederig ritueel door Satan verkracht. Hoewel ze onder de schrammen zit, gaat ze er de volgende dag vanuit dat ze een nachtmerrie heeft gehad en heeft ze er geen idee van dat ze een ‘breeder’ voor Satan is geworden.
In film en boek wordt de spanning langzaam opgevoerd. Door steeds meer kleine aanwijzingen komt Rosemary uiteindelijk achter de waarheid. De film eindigt als de baby geboren is. We krijgen hem niet te zien, maar wel een zwarte wieg met een omgekeerd kruis erop en de geschokte blik van Rosemary, die zegt: “hij heeft de ogen van zijn vader.”
Ziehier veel elementen die in de verhalen van ‘overlevers’ terugkomen. Sindsdien zijn er meer films verschenen waarvan de thematiek doet denken aan de mythe van het satanisch ritueel misbruik. Je kunt je voorstellen dat deze beelden zich een weg hebben gebaand naar ‘het geheugen’ van daarvoor ontvankelijke personen. Vooral het feit dat Rosemary de vreselijke waarheid moet afleiden uit betrekkelijk kleine en soms onnozele voorvallen, doet veel denken aan de interpretatie van ‘verschijnselen’ of ‘aanwijzingen’, zoals we dat van DIS-therapeuten en hun cliënten kennen.