REALITY TESTING DEEL 4: VAN KWAAD TOT ERGER

13 februari ·

Bijgevoegd een interview met een retractor, van wie ook een eigen geschreven verhaal op onze eigen site is geplaatst onder retracties. In deze en andere posts gaan we nader in op fragmenten uit dat interview.

“Ik ging bij hem in therapie en binnen een paar maanden had ik tien alters en herinneringen aan ritueel misbruik. Sommige herinneringen waren heel vaag, andere heel gedetailleerd. De beschuldiging breidde zich uit naar anderen. Iedereen die in mijn herinnering kwam, was ook meteen bij het misbruik betrokken: de leraar, de schooltandarts, ooms, tantes, de buren…Wie niet? Ik kreeg bij iedere persoon meteen een herinnering. Ik had slechte ervaringen met de schooltandarts, dus die speelde meteen een prominente rol in de satanische cult. Dit is een groep mensen die regelmatig bij elkaar kwam op vrij- dagavond, met zwarte missen, bloedoffers, seksuele orgieën, noem maar op. Er gaan allerlei wilde verhalen over de cult: internationale netwerken, ontvoeringen, kinderprostitutie, snuffmovies… Het was een hele grote brij die steeds groter werd. Ik triggerde overal op. Als ik een plant verpotte en ik kreeg aarde aan mijn handen, kreeg ik beelden dat ik mijn eigen graf moest graven en een heel weekend in een grafkist moest liggen. Dan werd ik er zondags uit gehaald en verkracht. Ik kreeg baby’s die werden geofferd. Mijn leven werd al gauw één grote puinhoop. Ik liep bij de huisarts, bij maat schappelijk werk en had gezinsverzorging.”

Eind citaat.

Als satanisch ritueel misbruik – SRM, of SRA in het Engels – eenmaal de verklaring is geworden voor je huidige problemen, wordt het feit dat het van kwaad tot erger met je gaat een reden om verder te zoeken in de krochten van je geest en in het alledaagse leven. De theorie die therapeuten aanhangen en uitdragen is immers dat alleen het bovenhalen en verwerken van traumatische herinneringen een uitweg biedt. De problematiek waarmee je bij hen aanklopte wordt uitgelegd als de manifestatie van verborgen (gedissocieerde) herinneringen, die als een brok in de keel moeten worden opgehoest om de luchtwegen vrij te maken. Freud noemde dit proces ‘catharsis’.

Deze redeneerwijze leidt je regelrecht in een neerwaartse spiraal van:
– Gruwelijke ‘herinneringen’ die aan de oppervlakte komen
– Een daaropvolgende achteruitgang van je geestelijke gezondheid,
– die vervolgens de aanleiding is om de zoektocht naar dergelijke ‘herinneringen’ voort te zetten.

De denkfout zit hem in het idee dat zo’n beetje alle psychische problematiek die op volwassen leeftijd optreedt linea recta wortelt in een getroubleerde en traumatische jeugd. Dus ook de verwarring en angst die ontstaat doordat de therapie ‘herinneringen’ aanboort, die alles wat je ooit had gedacht en geloofd op z’n kop zetten. Wij gingen al meermalen nader in op het feit dat alles tegenwoordig als ‘(jeugd)trauma’ wordt geduid.

Het is kenmerkend voor veel trauma-therapeuten, dat hun denkprocessen op meerdere niveaus circulair zijn. Dit sluit een objectieve evaluatie van zowel gedachtengoed, als ook de therapie, uit. Immers: de achteruitgang van de cliënt wordt altijd op de buitenwereld geprojecteerd, op gebeurtenissen die buiten de therapie plaatsvinden.

Dit feit is er precies de reden van dat veel therapeuten menen dat ‘de cult’ hun cliënt nog steeds actief belaagt. Zelfs als een cliënt door de neerwaartse spiraal die in therapie is ingezet, op een gesloten afdeling is opgenomen, gaan therapeuten er van uit dat verwondingen die door automutilatie tot stand zijn gekomen, te wijten zijn aan een alom aanwezige cult. Hetzij iemand van het personeel – “Ze is hier niet veilig!!!” – ofwel de omnipotentie van ‘de cult’ om overal binnen te dringen. Zoals in het brein van de betreffende patiënte.

Die omnipotentie, echter, is veeleer een kenmerk van de menselijke imaginatie dan van een niet-bestaande cult. In dromen en boeken kun je vliegen, door muren heenlopen, of verandert een mens opeens in een groot insect. De Kafkaëske taferelen die iemand met DIS en aanverwante stoornissen beschrijft, horen thuis in het domein van de menselijke fantasie**. Het zijn geen herinneringen.

Zoals we eerder betoogden is het een kwalijke zaak dat trauma-therapeuten gedurende hun behandeling niet met beide benen op de grond blijven staan en hun cliënt houvast bieden, helpen bij ‘reality testing’, zoals dat in het vakjargon heet. In plaats daarvan versterken en veroorzaken zij soms de waandenkbeelden.