PTSS (2)

14 april 2021 ·

Parallel aan de ‘ontdekkingʼ van PTSS verspreidde het idee dat ernstige traumaʼs uit het bewustzijn kunnen worden gebannen, zich als een inktvlek binnen de therapeutische gemeenschap. Dit leidde bij sommigen onder hen, waaronder Bessel van der Kolk, tot een AHA-erlebnis: mensen met PTSS wisten misschien nog niet voor de helft aan welke verschrikkingen ze daadwerkelijk hadden blootgestaan! Dit zou ook verklaren waarom het verband tussen verschijnselen van PTSS en trauma vóór de Vietnam-oorlog nooit gevonden was. Sterker nog: er waren de nodige psychiatrische stoornissen die EIGENLIJK PTSS waren: maar dan gemaskeerd. (Lees hierover ook onze post over ‘De Grot van Platoʼ, enkele dagen geleden).

En inderdaad: toen soldaten die de eerste Golfoorlog hadden meegemaakt op verschillende tijdstippen na terugkomst naar hun belevenissen werd gevraagd, namen hun verhalen in ernst toe, naarmate de oorlog langer geleden was. En uiteindelijk ontwikkelden ze daadwerkelijk symptomen van PTSS. Een teken, volgens velen, dat deze conditie tot dan toe gemaskeerd was geweest.

Dat het niet bij de behandelaars opkwam om de verhalen van de golf-veteranen extern te valideren, mag exemplarisch heten voor de wondere wereld van ‘trauma is onlosmakelijk verbonden met dissociatie – en omgekeerdʼ. We hebben hier voorheen al de nodige posts aan gewijd en zijn onze lezers nog steeds een uitspraak van de tuchtrechter schuldig, waarin het ijken van informatie bij de ouders van een DIS-patiënt wenkbrauwfronsend wordt bestraft.

Wat de behandeling door trauma-therapeuten betreft: onderzoek wees uit dat de empathische, meegaande en trauma-explorerende houding die deze therapeuten kenmerkt, in eerste instantie tot verbetering leek te leiden. Dit alles gebaseerd op zelfrapportage. Niet lang na dato zette het verval echter weer in en namen verschijnselen als geweld-uitbarstingen, alcoholisme en zelfmoord- pogingen hand over hand toe. Uiteindelijk waren de patiënten slechter af dan toen ze begonnen.

Een hellegang die we ook vaak bij DIS-patiënten zien. Los van de vraag of hun problemen daadwerkelijk aan een trauma te wijten zijn, kun je je daarom afvragen of het niet beter is om in te zetten op veerkracht en het omgaan met de hobbels die men in het dagelijks leven ervaart. Deze aanpak zal waarschijnlijk minder heldhaftig voelen, maar er blijven genoeg vlakken over waarop men, indien gewenst, een stille held kan zijn. Stil, omdat men zijn eigen heldhaftigheid in het algemeen niet van de daken schreeuwt. Een held ben je in de ogen van anderen.

.