23 augustus 2021 ·
HYSTERIE, deel 2
Het verschijnen en verdwijnen van hysterie door de eeuwen heen heeft geschiedkundigen voor een raadsel gesteld, maar als je bedenkt dat het etiket mogelijk werd gebruikt voor een scala aan verschillende klachten van vrouwen, behoeft de grilligheid van de aandoening geen verwondering te wekken.
Zo worden hormonen in een recent verschenen boek van Amy Koerber (2018) From Hysteria to Hormones. A Rhetorical History, gezien als één van de factoren die een rol kunnen hebben gespeeld bij het tot stand komen van de diagnose. Sinds de onbekende stoffen die door diverse klieren aan het bloed worden afgegeven, in 1905 een verzamelnaam hadden gekregen: ‘hormonenʼ, konden een hele hoop tot dan toe onverklaarde lichamelijke verschijnselen aan een teveel of te weinig van deze chemische boodschappers worden toegeschreven. Op de vraag of het premenstrueel syndroom, de menopause- problematiek en de postpartum psychose vrouwen uiteindelijk veel hebben opgeleverd, gaan we in het kader van deze column niet in.
Dit moge dan allemaal ‘good old reductionistische wetenschapʼ zijn, waarin symptomen worden teruggebracht tot een onderliggend euvel, met de opkomst van de tweede feministische golf in de 60er en 70er jaren ontstond er een geheel nieuwe en contextuele verklaring voor hysterie. De lichamelijk onverklaarbare symptomen werden gezien als de uitdrukking van een proto-taal, waarin vrouwen hun onvrede verwoordden met de maatschappelijke rol die hun was toebedeeld.
Het feit dat de oplossing voor hysterie, aangedragen door mannen, in veel gevallen lag in sex en/of het huwelijk, wordt als teken gezien dat men uit alle macht vrouwen trachtte te disciplineren, ‘terug naar het aanrechtʼ te sturen. Hysterie als diagnose wordt zo vergelijkbaar met de etiketten die de Sovjet-psychiatrie op dissidenten plakt.
Gezien de gevallen van hysterie die we in vorige bijdragen hebben besproken, schuilt er een kern van waarheid in de feministische annexatie van het begrip hysterie. Daar er echter ook mannen als hysterisch werden bestempeld ligt een patriarchaal complot om vrouwen er onder te houden niet voor de hand. Ook mannen kunnen onvrede ervaren, is het niet over hun rol als man, dan wel om andere redenen. Dat de uitdrukking van dat ongenoegen kan bestaan uit lichamelijke symptomen, vinden we na het verdwijnen van de diagnose ‘hysterische neuroseʼ (1980) in de diagnostische bijbel van de psychiatrie, de DSM, terug als ‘conversie stoornisʼ