JEUGDTRAUMA’S

4 april 2021

Op 1 april plaatsten we een interview met een retractor: iemand die in eerste instantie geloofde satanisch ritueel misbruikt te zijn. Van dezelfde retractor staat er een artikel op deze site, onder retracties. In deze en vorige posts gaan we dieper in op fragmenten van het interview:

“Voor de aanpak van mijn psychische problemen kwam ik via de huisarts in het christelijke circuit van pastoraal werk terecht. Veel mensen daar verlenen hulp zonder enige opleiding. In die tijd begon het al dat mensen vroegen: ‘Heeft je vader niet iets met je gedaan? Je klachten zijn zo heftig, er moet meer zijn.’ Ik kwam terecht bij de Pinkstergemeente. Mensen daar geloofden dat alle problemen een oorzaak hebben in het verleden: daar wordt gezocht om ‘beter’ te kunnen worden.”

Niet alleen leken denken dat de oorzaak voor veel psychische problematiek bij volwassenen in de jeugd moet worden gezocht, een hele hoop BIG geregistreerde therapeuten is eveneens die mening toegedaan. Het voert hier te ver om de rijke geschiedenis van het psychisch trauma uit de doeken te doen. In het boek gaan we er in Hoofdstuk 1 dieper op in. Hier volstaan we met het feit dat wat in de 19e eeuw de ’traumatische neurose’ heette, verondersteld werd een subtiele neurologische reactie op de impact van een lichamelijk trauma te zijn.

Pas na de Vietnam-oorlog is het psychische trauma compleet losgezongen van lichamelijke of karakterologische componenten. In een eerdere post betoogden we al dat dit idee een juiste behandeling van PTSS (posttraumatische stress-stoornis) in de weg staat, zodat deze conditie – ondanks zogenaamde wonder-therapieën als EMDR en binnenkort MDMA – het in zich heeft om chronisch te worden. In het kielzog van PTSS geldt hetzelfde voor DIS/MPS.

Ondanks het feit dat hij het geen ‘jeugdtrauma’ noemde, is het idee dat de oorsprong van psychisch lijden in de jeugd moet worden gezocht, van Freud afkomstig. Hij is althans degene die het groot heeft gemaakt. In Hfst 1 zullen we nader ingaan op de propaganda-machine die ervoor heeft gezorgd dat veel ideeën van de goeroe zich onlosmakelijk in het weefsel van onze collectieve kennis hebben genesteld, hoezeer moderne wetenschappers ook hebben getracht ze te ontkrachten.

Hoewel de psychanalytica Alice Miller (Hfst 6) zich in haar bestseller ‘Het Drama van het Begaafde Kind’ (1979) in niet mis te verstane termen van Freud distantieert, heeft ze zijn gedachtegoed verder uitgebouwd door haar overtuiging dat de volwassene het resultaat is van perverse ouderlijke conditionering in de jeugd.

Menig jong volwassene herkende zich in haar idee dat kinderen worden geboren als onschuldige wezentjes – een tabula rasa – om vervolgens, door de opvoeding gedrild, tot gemankeerde volwassenen uit te groeien. En wat meer zij: het euvel is transgenerationeel! Aldus in hun jeugd gemaltraiteerde volwassenen zullen op hun beurt hun eigen kinderen mishandelen. Alice noemde het niet zo, maar in de actuele terminologie zouden we zeggen: ze zijn gehersenspoeld.

Het alom bejubelde boek kan worden beschouwd als de geboorte van het begrip ‘inner child’. Oorspronkelijk gemunt door Jung als een goddelijk archetype, werd het concept al vlug in de pop psychologie gebruikt als een aanspreekbare deelpersoonlijkheid van de volwassene. Het begrip werd in de V.S. verder uitgedragen door John Bradshaw in massale Jomanda-achtige bijeenkomsten, waarbij het veelal vrouwelijke publiek zich te buiten ging aan allerlei emoties die aan hun verdrukte innerlijke kinderen werden toegeschreven.

Gelukkig waren daar de meegebrachte speelgoed-knuffeldieren* om het ergste leed te dempen. De beweging diende zich al vlug ook in Nederland aan, inclusief het begrip ’toxic parents’ en ‘dysfunctioneel gezin.

Zo was de toon gezet en het terrein rijp gemaakt voor zowel ‘parentblaming’ als DIS. Immers, als je eenmaal met één innerlijk kind begint te communiceren kun je de smaak te pakken krijgen en er meer uit de hoge hoed toveren. En als je eenmaal in de beschuldigings-modus staat, is het erg verleidelijk naar nog andere, ergere, delicten te zoeken die je ouders hebben begaan.

Hierboven in vogelvlucht het culturele klimaat waarin het idee dat de jeugd de oorsprong is voor elk psychisch lijden, kon floreren. Het gaat volkomen voorbij aan het feit dat:

– Niet alle psychische problemen berusten op een trauma. De huidige psychiatrie gaat ervan uit dat er voor veel klachten ook een lichamelijke basis is.

-Stressvolle en pijnlijke gebeurtenissen lang niet altijd trauma’s veroorzaken. De mens blijkt in wezen zeer veerkrachtig te zijn. Dit maakt dat menselijke fouten, zoals alle ouders die begaan, niet coûte que coûte tot psychische problematiek bij het nageslacht leiden.

-Problemen ook veroorzaakt kunnen worden door live-events die het volwassen leven markeren, zoals relatie-problematiek.

-Verschillende kinderen in een gezin verschillend reageren op het gezinsklimaat. Wat voor de één goed uitpakte, wordt door de ander als probleem geduid. Dit wijst er al op dat een kind niet bepaald een tabula rasa is, een passieve ontvanger van opvoedingspraktijken.

*https://www.maitriverde.com/post/working-with-stuffed-animals-to-heal-the-wounded-inner-child