JANUSKOP

31 december 2021 · 

Januari (mensis ianuarius) is genoemd naar Janus, de Romeinse God van deuren en stadspoorten. Om zowel naar binnen als naar buiten te kunnen kijken, had hij twee gezichten. Symbolisch gezien is januari zowel de maand van het terugkijken op het afgelopen jaar, als het vooruitkijken op wat er komen gaat.

Het begrip ‘een Januskop’ is niet alleen bekend in de kunst, maar wordt ook gebruikt voor mensen, om aan te duiden dat ze ‘twee gezichten’ hebben. De kwalificatie is niet positief bedoeld. Het gaat om mensen die prettig in de omgang zijn – maar ondertussen!

Het idee dat mensen meerdere rollen spelen is inmiddels alom aanvaard in de sociale wetenschappen. Het wordt beschouwd als een vorm van aanpassing aan de sociale omgeving en niet persé als een teken van onoprechtheid. Zo hebben mensen in de meeste gevallen een andere rol op hun werk, dan thuis. En bij een doktersbezoek kunnen ze in de ‘patiëntenrol’ zitten. De betreffende rollen worden trouwens ternauwernood bewust gestuurd. Kortom: een sociale rol is geen toneelspel.

Zoals veel menselijk gedrag, kent de sociale rol echter ook extremen. Het betreft mensen die zich dusdanig in een rol inleven, dat ze het contact met de realiteit kwijtraken. De patiëntenrol, bijvoorbeeld, kan zich los van lichamelijke signalen ontwikkelen tot wat men ook wel een somatiforme stoornis noemt. De patiënt heeft daarbij reële klachten, waarvoor geen lichamelijke oorzaak gevonden wordt.

Somatiforme stoornissen zijn – onder diverse namen – al eeuwen in de medische wereld bekend. De meeste mensen die er aan lijden zijn extreem goed te hypnotiseren. Men noemt ze ook wel hypnotische virtuosen. Daar veel wetenschappers de hypnotische trance inmiddels beschouwen als rolgedrag, is dat ook niet verwonderlijk. Het gaat om mensen die zich altijd en overal naadloos voegen in een groep en die daarom beschouwd worden als heel sociaal. Mensen, ook, waarvan gebleken is dat ze zich nauwelijks aan de invloed van een groep kunnen onttrekken en die in staat zijn te beamen – en te geloven – dat 7+2=11, omdat de anderen dat beweren.

Het andere uiteinde van het spectrum kan zich moeilijk aanpassen aan diverse sociale groeperingen en zal zichzelf niet kwijtraken in een groep. De meeste mensen, echter, vallen tussen deze twee extremen in en laten hun oren slechts tot op zekere hoogte hangen naar de sociale situatie waarin ze verkeren.