12 juli 2021 ·
Geloof het of niet: binnenkort kunnen ze je dromen reconstrueren en voor je afspelen. Er zijn zelfs Japanners die claimen dat nu reeds te kunnen.* Wat zal het de opgave van DIS- therapeuten vergemakkelijken, als ze kunnen voorbijgaan aan de altijd wat gekleurde of incomplete representatie van de dromen van hun cliënten! Wie weet wordt de duiding ervan zelfs in de bijsluiter van de betreffende fMRI-scan meegeleverd.
Nog zo’n leuk vooruitzicht: ‘Mind Reading and Mind Control Technologies are coming!!!!!!** Zo kunnen de door ons zo verguisde therapeuten op gelijke voet komen met de pedofiele elite, die – naar verluidt dankzij Hitler’s beulen – ook zonder fMRI al decennia over deze mogelijkheid beschikte. Dat zou op z’n minst betekenen dat het therapeutendom een eerlijker kans kreeg in haar strijd om de geest van de ‘overlever’.
Na claims dat fMRI-scans als leugendetector dienst zouden kunnen doen, stemgedrag zouden kunnen voorspellen en aan de grootte van het ‘love-center’ zouden kunnen afmeten of het wel ware liefde betrof, kunnen we werkelijk niet meer om deze one-size-fits-all technologie heen. Het bevreemdt daarom dat er ternauwernood ‘harde’ wetenschappers deelnemen aan wat we geneigd zijn een ‘ratrace’ te noemen.
Niets ten nadele van psychologen en andere sociale wetenschappers, maar het is algemeen bekend dat het vakgebied wetenschappelijk gezien in een dipje verkeert, m.n. omdat de meest kekke resultaten van hun onderzoeken niet repliceerbaar blijken.***
Laat dat nu ook gelden voor fMRI onderzoeken (zie the Neuroimaging Analysis Replication Study (NARPS))! En dat niet alleen: een onder de vlag van PNAS (Proceedings of the National Academy of Sciences) gepubliceerd onderzoek wees in 2016 uit dat fMRI-scans 73% vals positieve resultaten opleverden – waar rond de 5 % acceptabel en gebruikelijk is. Bedenk daarbij dat de kans dat een fMRI-scan daadwerkelijk meet wat ze zegt te meten dus slechts iets groter is dan de kans dat je een 6 gooit met een dobbelsteen. En de helft kleiner dan de 50% kans dieje hebt als je een munt opgooit. Wij, van De Doos van Pandora beschouwen dit gegeven als een ingebouwde confirmation bias.
In ons boek zullen we nader ingaan op het feit dat de kwaliteitseisen die mede door dit onderzoek aan fMRI onderzoeken werden gesteld, op massale protesten konden rekenen. Met name de absurditeit dat van onderzoekers werd verwacht dat ze hun ‘rauwe data’ inzichtelijk zouden maken stuitte op dusdanig grote weerstand dat de inherente statistische fouten van fMRI-onderzoeken uiteindelijk met de mantel der liefde werden bedekt – aantoonbaar in het love-center van de betreffende hoeders der wetenschap (sic). Zo tonen politiek en wetenschap, zoals we al eerder betoogden in onze bespreking van de DSM, een opmerkelijke overlap. Het is de vraag of je dat moet willen.
Gaat bovenstaande er nog van uit dat de fMRI een potentieel bruikbare techniek is, die de kinderschoenen nog niet is ontgroeid – nader onderzoek naar haar grondslagen schetst een somberder beeld. Om de lezers technische details te besparen, vatten we onze bevindingen kort samen zonder al te veel in details te treden:
– De fMRI scan meet de doorbloeding (of eigenlijk het daarmee gepaard gaande zuurstofgehalte) in delen van de hersenen. Uitgangspunt daarbij is dat inactieve delen van de hersenen minder zuurstof (energie) zouden gebruiken. Dat laatste is aantoonbaar niet het geval. Het is misschien contra-intuïtief, maar de hersenen verbruiken veel meer energie in rust en zelfs onder narcose, dan als ze taakgericht bezig zijn. Hersenen zijn nu eenmaal geen spieren. Het chemisch prepareren van de zenuw-uitlopers voor eventuele actie vergt wellicht meer van hen dan de actie zelf. Dit feit alleen al zet de fMRI-scan op losse schroeven.
– Gerelateerd aan het vorige punt: de diverse hersengebieden verschillen enorm in de mate waarin ze zuurstof nodig hebben. Dat het ene gebied in de scan feller oplicht dan het andere, wil dus niet zeggen dat het actiever is.
– Slechts 4% van de gemeten ‘activiteit’ kan als signaal beschouwd worden. De rest is ruis – zie ook onze post over een fMRI-scan bij een dode zalm. Elke statisticus kan je vertellen dat je gegeven deze feiten geen significant resultaat kunt verwachten.
– Er wordt uitgegaan van een statisch ‘baseline signal’. Echter: dit signaal is een illusie, al was het alleen maar omdat er niets ‘vast’ is, in de hersenen. Ook de zgn OEF (oxygen extraction fraction) is bij uitstek dynamisch.
– fMRI-adepten gaan ervan uit dat celgroepen (serieel) met elkaar verbonden zijn ten behoeve van een functie. Deze functie wordt meestal gedefinieerd in termen van een neurotransmitter. Denk daarbij bijvoorbeeld aan acetylcholine, serotonine, dopamine, melatonine e.d. Hersen-netwerken functioneren echter niet los van elkaar. Alles in ons brein is met elkaar verbonden.
– Hiermee verband houdende: net als in de frenologie probeert men via fMRI-scans nog steeds ‘roadmaps’ van de hersenen vast te stellen. Het hierboven genoemde ‘love center’ dat – als we de juichende berichtgeving mogen geloven – datingsites en -shows overbodig zal maken, is hier een voorbeeld van. Het lijkt erop of fMRI-wappies denken dat iets pas bestaat als het in de hersenen gevonden is. Dat is vergelijkbaar met het op grond van schedelmetingen constateren of iemand al dan niet een goede moeder is.
Waarom deze boutade tegen de fMRI scan? Wat heeft ze met ons onderwerp te maken? Welnu: fMRI-scans ‘bewijzen’ volgens een groep wetenschappers, aangevoerd door dr. Antje A.T. Reinders, dat dissociatie ’traumagerelateerd’ is. Hierboven hopen we te hebben getoond dat er nogal wat haken en ogen zitten aan conclusies op grond van fMRI-scans.
*https://aqi.co.id/en/news/fakta-menarik-teknologi-perekam-mimpi-dari-jepang
Meer lezen: https://www.smithsonianmag.com/smart-news/new-study-calls-reliability-brain-scan-research-question-180959715/
Net binnen gekomen: nieuwe MRI-techniek die mogelijk een aantal hierboven genoemde bezwaren omzeilt: 13-10-’22: https://www.statnews.com/2022/10/13/faster-brain-imaging-seems-to-overcome-limitations-of-mri-scans/