De therapie

“The notion that traumatic events can be repressed and later recovered is the most pernicious bit of folklore ever to infect psychology and psychiatry. It has provided the theoretical basis for ‘recovered memory therapy’ — the worst catastrophe to befall the mental health field since the lobotomy era.”

Professor Richard McNally PhD

http://themediareport.com/wp-content/uploads/2012/01/McNally-Repressed-Memory-letter-2005.pdf

De oorzaak van psychisch lijden

‘Het is een kapitale fout om te beginnen met de theorievorming alvorens de feiten te kennen. Anders begint men feiten te verdraaien om ze aan de theorie te passen, in plaats van de theorie aan de feiten.’ – Sherlock Holmes

​We kunnen hier niet te diep op details ingaan, maar voor een bespreking van trauma-therapie het is wel van belang dat we over de mogelijke oorzaken van psychische problemen het één en ander ophelderen.
Sinds Freud, die eind 19e, begin 20e eeuw een enorme invloed verwierf door een – voor een psychiater niet eerder vertoonde – uitgekiende campagne (waarover we u graag meer vertellen in het boek), zocht men de oorzaak van psychische problemen in het gezin van herkomst. In de 60er jaren kwam daar het brede begrip ‘de maatschappij’ bij. Het resulteerde in de ‘IJskastmoeders’ van autistische kinderen, de dubbele boodschappen die mensen die later schizofreen zouden worden als kind te horen hadden gekregen en nog veel meer. 
Zoals zo vaak gebeurt volgde er een reactie op dit gedachtegoed en ging men op zoek naar de biologische uitrusting van mensen met psychische problemen. En vond inderdaad stofjes in de hersenen, een genetische predispositie en wat dies meer zij.

Inmiddels is bijna iedereen het erover eens dat mensen een aangeboren kwetsbaarheid kunnen hebben, maar dat levensgebeurtenissen eveneens betrokken kunnen zijn bij het ontstaan van psychische problematiek. Voor heel veel problemen heeft men zelfs kunnen vaststellen in welke mate de constitutie – en in welke mate ervaringen, daar een rol in spelen. De debatten die hiertoe hebben geleid staan bekend als de nature-nurture controverse.

Deze ontwikkeling is hetzij helemaal aan traumatherapeuten voorbij gegaan, ofwel men gaat ervan uit dat er bij een psychisch trauma geen sprake is van een genetische component. Dat laatste wordt door veel onderzoeken tegengesproken. De veerkracht van sommige mensen stelt hun in staat verschrikkelijke gebeurtenissen te doorstaan, zonder er een noemenswaard ’trauma’ aan over te houden. Anderzijds is er ook een categorie mensen die biologisch minder geharnast is. Zij kunnen de rest van hun leven door schokkende gebeurtenissen en hun psychische reactie daarop, achtervolgd worden.

Het is dus van belang in het oog te houden, dat er een onderscheid is tussen het meemaken van iets afschuwelijks en het zich ontwikkelen van een trauma. Waarbij gezegd dient te worden, dat het niet zo is dat veerkrachtige mensen schokschouderend doorgaan met hun leven. Maar de gebeurtenis krijgt in de loop van enige maanden ‘een plaats’. 

​U zult misschien denken: maar er wàs helemaal geen trauma, in de jeugd van mijn kind! Dus hoe kan hij of zij dan in de problemen zijn geraakt? Niet alleen kunt u nooit met zekerheid weten welke gebeurtenissen voor haar moeilijk te hanteren waren, maar ook als alles gladjes is verlopen: hij of zij is kennelijk wel in handen gevallen van een therapeut die het gedachtegoed aanhangt dat problemen op latere leeftijd in de jeugd en bij de ouders gezocht moeten worden. Overigens zijn de levensgebeurtenissen die iemand die kwetsbaar is het laatste zetje geven, lang niet altijd trauma’s. Het zou een ziekte kunnen zijn, zoals dat bij de zus van Rob Kok het geval lijkt te zijn geweest. Of onzekerheid in een nieuwe levensfase.

​Welk gedachtegoed ligt er ten grondslag aan de therapie?

People only see what they are prepared to see. 

Emerson, Journals, 1863

We wijden hier langer uit over de ideeën waarop pandora-therapieën zijn gebaseerd, omdat het in dit bestek geen zin heeft om elk van de honderden therapieën die er op het gebied van trauma zijn, te beschrijven. Een paar gemeenschappelijke kenmerken moeten voldoende zijn.

Eén daarvan is, dat de therapeut de mening is toegedaan dat een aantal psychische problemen, zoals bijvoorbeeld een eetstoornis of een depressie, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wijzen op een seksueel trauma in de jonge jaren van de client. In de vorige paragraaf, ‘de therapeut’, deden we een klein boekje open over het pseudo-wetenschappelijk gedachtegoed van veel therapeuten. Bovenstaand idee is daar ook een voorbeeld van. Toen ‘hervonden herinneringen’ nog niet waren herontdekt (zie boek Hfst 2), beschreef Judith Herman, een vooraanstaande psychiater in de strijd tegen seksueel misbruik, hoe clienten die misbruikt waren soms ook depressieve verschijnselen hadden, of een eetstoornis. Daaruit leidde ze een causaal verband (oorzaak en gevolg) af tussen seksueel misbruik enerzijds en verschillende psychiatrische stoornissen anderzijds. Dat alleen al is een denkfout en we zullen dat met een voorbeeld demonstreren.

​Eén van ons (Saskia) heeft een houtkachel. En nu doet het vreemde feit zich voor dat elke keer als ze de kachel in het begin van de herfst weer aansteekt, de zwaluwen wegvliegen, om pas weer terug te komen als de lente aanbreekt en de kachel weer uit is. Saskia is weliswaar niet schizofreen, maar na dit ettelijke jaren te hebben meegemaakt kan ze er niet omheen dat de zwaluwen door haar toedoen wegtrekken.

​Ziet u waar de fout zit in deze redenering? Mensen zijn nu eenmaal zo bedraad, dat ze een logisch verband zien tussen twee gebeurtenissen die elkaar opvolgen of gelijktijdig optreden. Maar het één heeft lang niet altijd met het ander te maken! Wel kan het zijn dat een achterliggende factor, zoals in dit geval de luchttemperatuur, als verklaring over het hoofd wordt gezien.

​Tien jaar nadat Judith Herman Father-Daughter Incest had geschreven, met de bovenstaande conclusie, was de hervonden herinnering in opmars en dan schrijft ze weer een boek: Trauma en Herstel. (Het is vertaald). En daarin zegt ze dat depressie en eetstoornissen een belangrijke aanwijzing zijn dat een traumatisch verleden ‘verdrongen’ is. 

De denkfout die ze hier begaat zullen we uitgebreider behandelen in onze paragraaf over redeneerfouten, omdat ze op veel meer fronten voorkomt onder therapeuten die herinneringen opgraven. Ze heet ‘affirming the consequent’ en komt ook veel voor bij psychologische testen. In het kort zou je kunnen zeggen dat als een zwaluw een vogel is, dit nog niet wil zeggen dat elke vogel een zwaluw is.

Dat is de reden dat therapeuten vaak op zoek gaan naar seksueel misbruik, als iemand met geheel andere klachten bij hen komt.

Jargon

You are locked
in a life
you have chosen 
to remember

Susan Musgrave

Als een kwetsbaar persoon – en dat is het pandora-kind om verschillende redenen – bij een therapeut komt (en later in een groep), wil ze niets liever dan ‘de beste leerling van de klas zijn’ om de goedkeuring van de therapeut te verwerven. Dit proces speelt zich in bijna alle soorten therapieën af en het is aan de therapeut om in de gaten te houden of de client hem of haar niet teveel naar de mond praat en daarmee haar kritische beoordelingsvermogen aflegt. Veel trauma-therapeuten echter, zien in de eerste aarzelend bovenborrelende ‘herinneringen’, een bevestiging voor hun vermoeden dat ze op het juiste spoor zitten. 

Maar het pandora-kind, vertrouwt haar ‘herinneringen’ niet zo bijster. Ze heeft immers in de meeste gevallen ervaring met het door elkaar heenlopen van fantasie en werkelijkheid. Niet zelden zegt ze dat ze de voorvallen wel verzonnen zal hebben. Ze kunnen toch niet echt hebben plaatsgevonden?

Dit is misschien de plaats om u vertrouwd te maken met het jargon, dat typerend is voor de wereld van de pandora-herinneringen. Eerste woord: denial, oftewel ontkenning. Denial, ook vaak door Nederlandse therapeuten gebruikt, is een woord uit de Freudiaanse (psycho-analytische) psychologie. Het betreft een afweermechanisme, dat mensen  gebruiken om de harde werkelijkheid niet onder ogen te hoeven zien. Eén van de rouwfases die men doorloopt als een dierbare onverwacht is overleden, bestaat uit ontkenning. Je kùnt het niet geloven! Elk moment zou hij of zij nog binnen kunnen wandelen en dan zal blijken dat dit alles een boze droom is. Ook ‘denial’ is overigens in een nieuw jasje gestoken -we hadden het al eerder over deze tactiek van de RMT-adepten. Het heet nu ‘non-realisatie’. 

U hebt bijna zeker met ‘denial’ te maken gekregen, want als veronderstelde dader, die bij hoog en bij laag blijft zeggen ‘van niets’ te weten, bent u ook ‘in denial’! Bij dit woord hoort nog een sterk staaltje van het onzuivere denken van de pandora-adepten: dat u ontkent, dus ‘in denial’ bent, bewijst juist dat de claims van uw pandora-dochter kloppen. We schreven al eerder waarom: omdat ‘alle daders ontkennen’. Overigens is de ‘denial’ van het pandora-kind voor de therapeut eveneens reden om te denken dat hij het bij het goede eind heeft. Het hierboven genoemde ‘affirming the consequent’ steekt voor de zoveelste keer de kop op.

De analogie met heksenjachten in een ver verleden dringt zich onherroepelijk op. Ook daar was het feit dat een potentiële heks ontkende een heks te zijn, een overtuigend bewijs. Bekennen was trouwens al evenzeer bewijs! Kortom: wat je ook deed of zei, de uitkomst stond vast. En ook in de beoordeling van ouders van een pandora-kind staat de uitkomst al vast. Althans in de geest van de therapeut. Het pandora-kind volgt in eerste instantie schoorvoetend. De ideeën van de therapeut maken immers wél duidelijk waarom het al een tijd niet goed met haar gaat.

Langzaam maakt ze zich het gedachtegoed en het jargon van de pandora-beweging eigen. Naar analogie van de Holocaust is zij ‘een overlever’. Haar ouders zijn ’toxisch’. Het gezin van herkomst ‘disfunctioneel’. Omdat men zich vroeger nooit om haar bekommerde, moet ze nu haar ‘innerlijke kind’ zelf nog geven, wat het heeft ontbeerd. Gelukkig slingeren er in de praktijkruimte van de therapeut vaak allerlei speelgoedknuffels. Soms belandt ze met de duim in de mond, knuffel in de armen, op de grond, in foeutushouding. 

Ze heeft zich de denkwijze van haar ‘redder’ eigen gemaakt. In sommige gevallen komt deze tot de conclusie dat er meerdere identiteiten in haar huizen, elk ontstaan in een onleefbare situatie. Ze antwoordt inderdaad met een ander stemgeluid en vanuit een andere emotie op de interactie met  de therapeut. Als deze haar vraagt hoe ze heet, volgt een andere naam. 

Nu is het zaak precies uit te zoeken hoeveel ‘alters’ er in haar huizen en welke functie ze hebben. Zowel het misbruik als haar binnenwereld moeten nauwkeurig in kaart worden gebracht. En net als in de homeopathie geldt: het gaat altijd eerst slechter, voordat het beter wordt. Al deze ideeën worden inmiddels als zoete koek geslikt, door het pandora-kind.

Als ze eenmaal in een groep van mede-overlevers komt, die elk op zoek zijn naar (nog meer) misbruikherinneringen, wordt de Doos van Pandora wijd geopend.
In its wildest dreams, a cult could never create a better setup than the psychiatric hospitalschrijft een voormalige pandora-therapeut**, die als één van de weinigen tot andere inzichten is gekomen en daarna gepoogd heeft de schade die hij veroorzaakt had zoveel mogelijk te herstellen. We willen er aan toevoegen, dat je niet eens in een ziekenhuis opgenomen hoeft te zijn, om in de ogen van de buitenwereld gehersenspoeld te zijn.
Wat zijn de kenmerken van de situatie??

  • Kwetsbaar persoon.
  • Een geloofssysteem:
  • ‘De symptomen wijzen op seksueel misbruik’.
  • ‘Je zult eerst achteruitgaan voordat je geneest’
  • ‘Je kunt alleen genezen door alle verstopte herinneringen aan de oppervlakte te brengen en te doorleven.’
  • ‘Die herinneringen zijn tot op de letter waar. Traumatische herinneringen zijn bevroren in de tijd omdat je er met je bewuste geest niet meer bij kunt.’
  • Een sterke leider of redder
  • Totale afsluiting van niet-gelovigen
  • Een lotgenotengroep, waarin een houding die niet conform het geloof is, niet wordt getolereerd.
  • Een claim op speciale kennis, die niet verworven wordt door rationeel redeneren, maar door transcendentie, veranderde bewustzijnstoestanden, zoals zelfhypnose.
  • De groep wordt beschouwd als ‘de nieuwe familie’.
  • Ontwikkeling naar paranoide gedachtgoed. Buitenstaanders zijn een bedreiging.
  • Onderscheid tussen het ‘nieuwe’ en het ‘oude’ zelf.

Elk van deze kenmerken en nog een paar die zich alleen voordoen als de zaken erg scheef groeien, wordt uitgebreid beschreven in het boek ‘De Doos van Pandora’. In dit bestek is het voldoende op te merken, dat u het pandora-kind meer of minder als een sektelid kunt beschouwen. 

Groepsdenken

 The road to disaster is paved with the desperate drive for consensus

Irving L. Janis (1971)

Therapie, zoals we die hierboven beschreven, doet in bijna alle gevallen een beroep op wat men in het Engelse taalgebied ‘groupthink’ noemt, al blijft het bij het contact tussen therapeut en client alleen. 
Het fenomeen treedt met name op in een  gesloten situatie, waarin de ander(en) vriendelijk, warm en empathisch zijn. Het subject, in dit geval dus de cliënt, wil de harmonie niet verstoren en dit maakt dat zijn of haar kritische vermogens in slaap worden gesust. Het is mede om deze reden dat we er in De Doos van Pandora voor pleiten therapie niet alleen een warme deken te laten zijn. In de paragraaf over de therapeut vermeldden we al dat therapeuten in RMT therapie de neiging hebben hun clienten onvoorwaardelijk te geloven. We willen hier benadrukken dat ‘geloven’ iets anders is dan ‘vertrouwen’. De cliënt komt tenslotte niet naar therapie om bevestigd te worden in wat ze toch al denkt of vermoedt. Of mogelijk ook wel, maar het is de vraag of je haar dat als therapeut moet willen geven. Ze – we gebruiken het vrouwelijke woord zonder mannen uit te sluiten – is mogelijk meer gebaat bij nieuwe gezichtspunten.

De R.M.T. heeft het bij uitstek in zich ten prooi te vallen aan groepsdenken. De kenmerken die Irving Janis – die de uitdrukking heeft gemunt – noemt overlappen duidelijk met de bovengenoemde kenmerken van RMT:

  • Een geïsoleerde, hechte groep met een duidelijk leiderschap (in dit geval de therapeut).
  • Leden met eenzelfde achtergrond (bij RMT op zoek naar verdrongen of gedissocieerde herinneringen).
  • Een grote druk en een slechte psychische gesteldheid door externe factoren (te weten de ‘daders’) 

​Dit leidt tot:

  • Een rotsvast vertrouwen in de groep (de ‘nieuwe familie).
  • Het goedpraten van beslissingen van de groep (zich te distantiëren van iedereen die een ander gezichtspunt heeft).
  • Het karikaturiseren van de buitenwereld
  • Verplichte consensus en soms ‘mindguards’ die ervoor zorgen dat deze wordt nageleefd en niet van buitenaf wordt verstoord.
  • Besluitvorming die berust op geringe, of verwrongen, informatie.

​R.M.T. (Recovered Memory Therapy)

“There are 40 kinds of lunacy, but just one of common sense.” West Afrikaans gezegde

​Het gezegde dat hierboven staat, gaat ook op voor psychotherapieën, zij het dat er minstens 600 alternatieve versies bestaan – die overigens vaak ook de reguliere therapie binnendringen.* Van de meeste zijn nooit effectstudies gedaan, daar het algemeen heersende idee is dat elke vorm van therapie even goed helpt, omdat de resultaten voor het merendeel afhangen van perifere factoren als de therapeutische relatie.
Sinds de wildgroei aan therapieën is men er echter achter gekomen, dat er wel degelijk therapie-vormen bestaan die schadelijk en zelfs levensbedreigend kunnen zijn. Bij deze Potential Harmful (P.H.) therapies wordt in de meeste gevallen ook R.M.T. genoemd en zeker in het geval van meervoudige persoonlijkheidsstoornis: DIS. Zie hiervoor:

​Nu zijn er veel alternatieve therapieën, met elk zijn eigen geloofssysteem, die erop uit zijn ‘jeugdherinneringen’ boven te halen. Regressietherapie, bijvoorbeeld, gebruikt hypnose om mensen terug te leiden naar hun jeugd, zelfs naar hun geboorte – dat voor ieder van ons een vreselijk trauma zou zijn – en naar de tijd dat men net geconcipieerd was. En vindt in alle gevallen de ‘reden’ voor de huidige staat van onwelbevinden. Daar dezelfde techniek gebruikt wordt om ook herinneringen aan alien-ontvoeringen op te diepen, of aan vorige levens, kun je er gevoeglijk vanuit gaan dat ze bullshit produceert.

Hypnose en andere suggestieve technieken

​Van hypnose is bekend dat het mensen in een ontvankelijke staat brengt, waardoor ze nog meer dan anders openstaan voor de verwachtingen en suggesties van de therapeut. De herinneringen die geproduceerd worden doen levensecht aan, door het feit dat ze vaak heel gedetailleerd zijn en gepaard gaan met passende emoties. Maar ‘ware’ herinneringen, zeker van enige tijd geleden, zijn zelden ‘in geuren en kleuren’, ze zijn tot verhaal geworden en roepen nauwelijks nog extreme emoties op. 
Het zijn voor een groot deel de mispercepties over het geheugen, die ten grondslag liggen aan het idee dat je herinneringen aan misbruik op een ontoegankelijke plaats in je brein kunt wegstoppen (verdringen of dissocieren) en later ongeschonden weer tevoorschijn halen. In de paragraaf ‘de memory wars’ gaan we nader in op wat het geheugen feitelijk behelst.

​​In het rapport ‘Omstreden Herinneringen’ raadt de Gezondheidsraad het aanwenden van suggestieve technieken af. Daar vallen niet alleen hypnose onder, maar o.a. ook geleide imaginatiedroomuitleg en schrijfoefeningen en het te lezen geven van ‘survivor-literatuur

In het boek zullen we nader op het begrip suggestie ingaan. Voor nu is het genoeg hierbij op te merken, dat er van elk contact tussen mensen een suggestieve invloed uitgaat. Zelfs van een eenzijdig contact, zoals het kijken naar een talkshow. In de therapie valt suggestie dan ook niet te vermijden en het is vaak zelfs onderdeel van het therapeutisch instrumentarium. Maar de combinatie van een beïnvloedbare en fantasierijke cliënt en de zoektocht naar jeugdherinneringen, via welke methodiek dan ook, is een gevaarlijke. Het lijkt beter zich bij deze groep op het heden en de toekomst te focussen, ook al omdat nooit is bewezen dat herinneringen aan trauma’s jarenlang onvindbaar kunnen zijn. 
Maar ondanks het feit dat de gezondheidsraad suggestieve technieken afraadt, promoten bijvoorbeeld Onno van der Hart en Suzette Boon nog steeds hypnose in de tweede fase van hun ‘fase-gerichte behandeling’: het exploreren van traumatische herinneringen. Zij betonen zich bijvoorbeeld enthousiast over een hypnotische techniek die ‘de affectbrug’ wordt genoemd. In hun woorden: 
Bij deze techniek focust de cliënt op een bepaald affect, zoals angst, en volgt de emoties vervolgens terug naar een moment in het verleden waarop dezelfde emotie werd gevoeld (een traumatische herinnering), alsof de emotie een brug vormt tussen het heden en het verleden. Behandeling van Traumagerelateerde Dissociatie (2017).
Bovenstaande moet in de contekst worden gezien van het feit, dat van der Hart en consorten ook een (ezels)bruggetje hebben: dissociatie = trauma. De toekomst van de trauma-therapeut is verzekerd, nu er in de loop der jaren bij een steeds groter percentage psychiatrische patiënten ‘pathologische’ dissociatie wordt vastgesteld, weliswaar niet door hun behandelend psychiaters, want ‘die zien het over het hoofd’, maar door experts als van der Hart. U begrijpt dat al deze patiënten daarom ‘niet de juiste behandeling’ krijgen! En vinden ze door (on)gelukkig toeval wel iemand die door van der Hart en Boon is opgeleid, dan is hypnose hun deel en wordt alsnog bewezen waar de dissociatie al op duidde: de oorzaak van hun problematiek is een levensgroot trauma! Na al een paar keer op denkfouten te hebben gewezen zou het van minachting voor de lezer getuigen dat deze keer weer te doen. 

* Meichenbaum, D & Lilienfeld, S.O. (2018). How to Spot Hype in the Field of Psychotherapy: A 19-Item Checklist. Professional Psychology: Research and Practice, 49 (1), 22–30.
** Paul Simpson. Second Thoughts