DE TRAUMAMYTHE

1 juni 2021 

De hedendaagse trauma-cultuur is rechtsstreeks ontstaan uit de representatie van de Holocaust in de massa-media. Voor de consumptie ten behoeve van een groot publiek werd de complexe historische episode teruggebracht tot een eenvoudige mythe over het ultieme kwaad, dat uiteindelijk werd overwonnen door het goede. Geen wonder dat Reagans opmerking tijdens het bezoek aan een Duitse begraafplaats, dat ‘Duitsers evengoed slachtoffer waren van de Holocaust’, voor ophef zorgde. Deze acteur hield zich niet aan het script!

Volgens de filosoof Roland Barthes (1915 – 1980) is een mythe een verhaal dat tot de essentie is teruggebracht. Een verhaal waaraan elke nuance (Barthes: dialectiek) ontbreekt en waarin geen tegenstrijdigheden kunnen bestaan van het type dat Reagan verkondigde. Tegelijkertijd presenteert de mythe zich niet als een verklaring voor de beschreven gebeurtenissen, maar als een stelling of een feit. Daarmee is de ene mythe onverenigbaar met de andere, een eigenschap die Barthes ‘inherent hegemonisch’ noemt. In het mythe- weefsel kun je bovendien niet zomaar een element veranderen, want dan vallen er gaten. En de wijze waarop alles in elkaar past vormt nu juist de overtuigingskracht van een mythe. En van een complottheorie – die twee ontlopen elkaar niet veel.

Het drama van het lijden, de verlossing en de daarmee gepaard gaande zuivering en heelwording van de slachtoffers – zoals in de mythe vormgegeven – is te vergelijken met een individuatie-proces zoals C.G. Jung dat voor zich zag. Een vorm van geestelijk en spiritueel herboren worden. Is deze toestand – die je misschien ‘verlicht’ zou kunnen noemen – eenmaal bereikt, vormt het voormalige slachtoffer onderdeel van een selecte groep van ‘overlevers’. Het is aan hen om te zorgen dat de wereld nooit meer vergeet. Om te getuigen, opdat nieuwe generaties hiervan kunnen leren.

Dit laatste lijkt enigszins in tegenspraak met het eveneens mythische idee, dat de Holocaust uniek, eenmalig zou zijn. Er valt weliswaar een filosofische discussie te voeren, waarbij uiteindelijk elke periode in de geschiedenis uniek mag heten, maar willen we iets leren van de Holocaust dan lijkt het toch nuttiger de overeenkomsten te zoeken, in plaats van de verschillen.

Als genocide, bijvoorbeeld, is de Holocaust niet de enige in zijn soort. De naar schatting 1,5 miljoen vermoorde kinderen in de Holocaust worden om en nabij weerspiegeld door het aantal kinderen dat jaarlijks sterft aan honger op mondiale basis. En hebben we als mensheid, of als Europa, geleerd van de harteloosheid waarmee wij in de aanloop van de oorlog in het algemeen de grenzen dicht hielden voor Joodse vluchtelingen? Lees de gedrevenheid en de wanhoop van Ingeborg Beugel over de vluchtelingen-toestand op de Griekse eilanden en één ding moge duidelijk worden: we hebben niets geleerd!

Dat laatste komt door de mythologische proporties van de Holocaust en met name door de stelling dat deze het ultieme kwaad vertegenwoordigt. Dat maakt dat alle huidige slachtoffers van onderdrukking, oorlog, klimaat en honger – verbleken. Op dezelfde manier waarop de ‘gewone’ kind-slachtoffers van seksueel misbruik niet opvallen in vergelijking tot de ‘overlevers’ van transgenerationeel sadistisch/satanis misbruik. De ambigue gebeurtenissen waarvan ze reppen passen niet niet in de mythe. Bovendien dissocieren ze niet meer dan gemiddeld. En dat is het eerste vereiste, wil je je een trauma aanmeten en tot overlever bekeerd worden.