“The great enemy of truth is very often not the lie – deliberate, contrived and dishonest – but the myth – persistent, persuasive and unrealistic.”
John F. Kennedy
Commencement Address at Yale University, June 11 1962
Waarom slaat bepaalde informatie aan en andere niet?
Van jongs af aan zijn we gewend onze expliciete en impliciete kennis van anderen te betrekken, van autoriteiten of van de groep. De evolutiebioloog Richard Dawkins kwam op het idee dat dit feit wel eens ten grondslag zou kunnen liggen aan de sociale evolutie van onze soort en heeft in zijn semimale boek ‚The Selfish Gene’ (1976) het van oorsprong Oud-Griekse begrip ‚mimeme’ (imitatie) nieuw leven ingeblazen in de vorm van de ‚meme’ – in zijn ogen de culurele tegenhanger van de ‚gene’.
De meme is onderhevig aan natuurlijke selectie en aan geleidelijke verandering (evolutie), die kan optreden bij elke reproductie, aldus Dawkins. Hoewel zijn theorie het licht zag in tijden dat het World Wide Web nog niet over de wereld was uitgerold, bleek het ook toen al een invalshoek die het mogelijk maakte vele aspecten van sociale besmetting en groepsgedrag (groupthink) te verklaren.
Neem bijvoorbeeld de golf van zelfmoorden die werd uitgelokt door de briefroman ‚Die Leiden des jungen Werthers’ van Goethe, de aanstekelijkheid van gezinsmoorden, moral panics als Oude Pekela en andere uitbarstingen van massahysterie – de choreomanie in Straatsburg (1518) -, de X-getuigen in de zaak Dutroux, vermeende voedselvergiftigingen op schoolreisjes en de totaal kritiekloze houding waarmee sommige bekende Nederlandse wetenschappers, de (kwaliteits)pers en betrokken rechters in 1990 het larmoyante indianenverhaal van Jolanda uit Epe omarmden.
Een meme gedijt het best en kan ‚viral’ gaan, als hij een sterke gevoelsbewegingveroorzaakt. Dit feit – en niet het waarheidsgehalte van het statement – maakt dat hij gereproduceerd wordt, vaak binnen zogenaamde ‚affiniteitsgroepen’. De betrokkenheid bij de meme inspireert de deelnemers om erop te variëren, het equivalent van een genetische mutatie.
Daarbij spelen emoties en inlevingsvermogen een belangrijke rol. Zij hebben het tevens in zich de wereld te verdelen in voorstanders en tegenstanders, in vrienden en vijanden en dit alles maakt ‘de meme’ tot een populistisch instrument..
Dat ook wetenschappers en adepten van de wetenschap ervan gebruik maken, moge blijken uit bijgevoegde meme. Het is maar zeer de vraag of deze simplistische weergave het kritisch vermogen van wetenschapsaanhangers ten goede komt. Maar ongetwijfeld sterkt het hen in hun superioriteisgevoel.