2 juli 2022
Nu zo’n beetje alles traumatisch is en trauma alles, wordt het tijd om weer terug te gaan naar het ontstaan van het begrip PTSS als gevolg van de oorlog in Vietnam.
De directe aanleiding om onderstaande column weer van stal te halen is het feit dat de WHO recentelijk, bij het verschijnen van de nieuwste internationale classificatie van ziektes, de ICD11, een door Bessel van der Kolk en consorten hevig gewenst complex broertje of zusje van PTSS heeft geconcipieerd: CPTSS*.
Het zal nu waarschijnlijk niet lang meer duren, of het wordt ook in de volgende versie van de DSM opgenomen, hand in hand met het reeds bestaande ‘dissociatieve subtype’ van PTSS. En zoals bekend: is er eenmaal een naam voor een diagnose, dan bestaat een fenomeen pas echt.
De toonzetting van dit betoog wil niet zeggen dat we denken dat er geen traumatische gebeurtenissen bestaan, net zomin als we ontkennen dat deze een negatieve invloed kunnen hebben op het functioneren van de betrokkenen. Maar de wijze waarop PTSS op de kaart gezet is heeft een aanzuigende werking, zoals we hieronder laten zien. Het is iets van buitenaf wat je overkomt – als een infectie, je bent er het schuldeloos slachtoffer van.
Dat de betreffende symptomatiek in de aard vaak al bij de lijder aan PTSS aanwezig was voordat de traumatische gebeurtenis plaatsvond, wordt met de mantel der liefde bedekt. En zo maken zachte heelmeesters nog steeds stinkende wonden.
14 april 2021 ·
POST TRAUMATISCHE STRESS STOORNIS (PTSS). DEEL I
Dat langdurige blootstelling aan extreem geweld en het onvermogen daaraan te ontkomen – bij bijvoorbeeld soldaten onder oorlogsomstandigheden – een reactie kan opwekken die maakt dat je niet goed meer kunt functioneren, is al sinds W.O.1 bekend. Waar de enkeling die dit overkwam destijds als slappeling werd weggezet – ternauwernood een haar beter dan een deserteur – en oneervol werd ontslagen, had men in W.O. 2 meer begrip voor deze conditie, die als tijdelijk werd beschouwd. Achter de linies kregen de uitgewoonde soldaten de kans om zich te hervinden, zodat ze zich enige tijd later weer met frisse moed in de strijd konden werpen.
De Vietnam oorlog zette de opvattingen omtrent soldatenstress op zijn kop. Dit had alles te maken met het feit dat de oorlog niet onomstreden was – sterker nog: het tegen de Vietcong gebruikte geweld riep veel weerstand op. Dit gegeven maakte tevens dat de soldaten – die meestal niet langer dan een jaar dienden, juist om stress-symptomen te voorkomen – nu niet bepaald het heldenonthaal ten deel viel dat te doen gebruikelijk was na de wereldoorlogen. Mede geïnspireerd door films als ‘Taxidriverʼ van Martin Scorsese gingen veteranen die na thuiskomst sociale en psychische problemen ervoeren, dit daarom toeschrijven aan hun oorlogservaringen. Het feit dat ze hiervoor geen erkenning vonden bij de V.A. (Veterans Administration), was aanleiding om zich te organiseren in zelfhulp groepen, die – gesteund door pacifistische psychiaters – zeer succesvol waren in het uitdragen van het begrip ‘Post Vietnam Syndromeʼ. Al spoedig behelsde dit syndroom een brede keur aan psychisch lijden.
Het toeval wilde dat er in die tijd een grondige transformatie van de DSM, het psychiatrische diagnostische handboek, zou plaatsvinden. In ons boek zullen we nader ingaan op het feit dat de erin opgenomen diagnoses in hoge mate worden beïnvloed door lobbygroepen en belangenorganisaties. Dit was in 1980 ook het geval voor wat men in algemenere termen ‘PTSS’ was gaan noemen. Om de diverse verschijnselen te dekken werden daarvan acute, chronische en uitgestelde vormen in de DSM-III opgenomen.
Vanaf dat moment was het hek van de dam. Psychiatrische afdelingen van ziekenhuizen werden overspoeld met veteranen die PTSS hadden ontwikkeld. En het duurde niet lang of de conditie werd ook bij andere psychiatrische patiënten vastgesteld. Gezien het feit dat bijna alle psychologische problematiek onder de brede noemer PTSS paste, is dit in onze ogen niet verwonderlijk. Maar voor veel psychologen en psychiaters bevestigde het dat het syndroom daadwerkelijk bestond. Over het algemeen-geldig zijn van psychiatrische diagnoses komen we in ons boek verder te spreken, mede op geleide van antropologische bronnen.
Uit retrospectief onderzoek bleek dat bijna een miljoen veteranen op enigerlei tijdstip na de oorlog full blown PTSS had ontwikkeld. Een feit dat bevreemding mag wekken, omdat er slechts 300.000 manschappen aan gevechtshandelingen hadden deelgenomen. Later bleek zelfs dat een deel van de mensen die claimden PTSS in Vietnam te hebben opgelopen, nog nooit in Vietnam was geweest. Op het moment dat we dit schrijven wordt geschat dat 75% van de ‘veteranen’ op valse gronden een uitkering kreeg vanwege PTSS.
Dat het ontstaan van PTSS als diagnose sterke overeenkomsten vertoont met dat van MPS/DIS moge duidelijk zijn. De aantrekkelijkheid van dergelijke modeziektes is mede te wijten aan het positieve aura dat er sinds de holocaust hangt om het begrip ‘slachtofferʼ. Een slachtoffer, immers, kan worden gedefinieerd als een niet-dader. Het is ten diepste deze zwart- wit opvatting over wie we als mens zijn, die we willen bestrijden.
Voor meer info: Young, A.(1995) The harmony of illusions: inventing post-traumatic stress disorder. Princeton NJ: Princeton University Press.