CHAOS

1 juli 2021

PERSOONLIJKE BIJDRAGE VAN SASKIA VAN DER STOEL

In het noord-westen van de V.S. en het westen van Canada smelten ze weg. Waar het rond deze tijd gemiddeld 20 graden is, loopt de temperatuur nu op tot boven de 45℃. Het Nederlandse nieuws besteedt er dagelijks aandacht aan. Asfalt is in die streken niet op de hitte berekend, de mensen hebben er geen airconditioning en gemeentes stellen gekoelde ruimtes ter beschikking. Men vreest voor bosbranden en de meeste mensen hebben er een ‘exit-plan’.

Ja, die opwarming…

Maar het is niet zozeer een geleidelijke opwarming, die ons teistert, als wel een disruptie van weer-systemen. Dat maakt de consequenties van de klimaatcrisis ook voor wetenschappers tamelijk onvoorspelbaar, m.n. op locaal niveau. De vaak gehoorde bewering – veelvuldig gedaan door Trump en consorten – dat de aarde niet opwarmt, omdat het immers hier en daar juist koeler is dan gebruikelijk, is een relict van het determinisme: het idee dat huidige gebeurtenissen logisch voortvloeien uit eerdere.

Het (causaal)determinisme heeft ons ver gebracht, maar loopt tegen haar grenzen aan waar voorspellingen moeten worden gedaan over interacterende systemen. Dit werd voor het eerst duidelijk toen de Amerikaanse meteoroloog en wiskundige Edward Lorenz een computerprogramma trachtte te bouwen dat het weer kon voorspellen. Tot zijn verbazing konden de resultaten van een eenmaal gedane simulatie niet herhaald worden, zelfs niet wanneer er precies dezelfde beginwaarden werden ingevoerd. Er kwam een totaal andere voorspelling uit.

Na veel puzzelen bleek dat te liggen aan het feit dat Lorenz de waarden tot drie cijfers achter de komma had ingevuld, terwijl de computer de mogelijkheid had tot 6 decimalen te rekenen. In een deterministisch wereldbeeld leiden dergelijke minieme afwijkingen van de beginwaarden niet tot significante verschillen in de uitkomst. De door Lorentz geponeerde chaostheorie – onder wiskundigen inmiddels bekend als de theorie van dynamische systemen – laat echter zien dat onvoorspelbaarheid altijd onderdeel van ons bestaan zal blijven, de bouw van supercomputers ten spijt.

Het wordt tijd dat we de consequenties van dit inzicht ook toepassen op niet-natuurkundige processen, zoals ons innerlijk leven. Het stoort me al tijden dat veel therapeuten pretenderen dat de psychische status quo van hun cliënt onverkort wijst op – vaak belabberde – omstandigheden in het verleden, m.n. de jeugd van de persoon in kwestie. In diverse bijdragen heb ik getracht uit te leggen, waarom dit een absurd idee is. Alsof je uit de eindpositie van biljardballen de uitgangspositie zou kunnen afleiden. Alsof het wolkje melk in de thee weer terug kan worden gegoten in de fles waar het vandaan kwam.

Ik besef terdege dat de chaostheorie een hele kluif is, maar je hoeft hem niet door en door te begrijpen om je te realiseren dat het idee dat – bijvoorbeeld – kindermisbruik, op volwassen leeftijd tot een lijst aan symptomen leidt, de complexe werkelijkheid van het psychische leven tart. Laat staan dat je die symptomen op zou kunnen lossen door met therapeutische technieken ‘de waarheid uit het verleden’ boven tafel te halen.

Elke vorm van therapeutisch determinisme is uit den boze. Is therapie daarmee een mission impossible geworden? Verre van dat! Maar het moet gebaseerd zijn op systeemdenken. Voor het individu dat de weg kwijt is, betekent dat dat zijn sociale omgeving bij zijn herstel betrokken dient te worden.

Le département des Vosges frappé par un violent orage de grêle