BRANDMERK VOOR HET LEVEN

Uit: De Gelderlander Wilma de Cort


Incest, babymoorden, kannibalisme. Ruim zeven jaar nadat hun jongste dochter met deze beschuldigingen naar de politie stapte, is de naam van het echtpaar Kuijpers uit Druten gezuiverd. Voor opluchting is geen plaats meer in hun hart.

Met vaderdag hebben ze Chinees gehaald van de schadevergoeding die ze kregen. Niks geen feest met kennissen en vrienden over de vloer. De overwinning heeft geen glans. Alleen de oudste van hun drie dochters en haar kinderen waren erbij. Samen hebben ze gehuild en symbolisch een punt gezet achter een loodzware periode.

Verhoren, getuigenissen, rechtszittingen, overleg met de advocaat; het juridische gevecht, dat ruim zeven jaar duurde, is ten einde. De therapeut die hun dochter steunde in het doen van aangifte tegen haar ouders, heeft een schadevergoeding van bijna 12.000 euro betaald. En toch is het nooit afgelopen, zeggen Joop (64) en Trees Kuijpers (60).

Hun huis, waar tevoren Jan en alleman even binnen liep, is verworden tot een schulp. “We worden niet meer lastig gevallen,” zegt zij. En hij: “Maar een sociaal leven hebben we in Druten niet meer.” Wat hen is overkomen, herhalen ze, is met geen pen te beschrijven. Toch doen ze hun relaas. “Want dit mag nooit meer iemand overkomen.”

Als ze terugblikken op 17 januari 1995 zijn de emoties weer vers. Die donkere ochtend werd zij van haar bed gelicht en hij, op weg naar zijn werk, in de auto aangehouden. Trees: “Ik werd gebeld door een collega van Joop die door hem zou worden opgehaald. Waar Joop bleef? Ik raakte in paniek, dacht dat Joop een ongeluk had gehad. Ik trok mijn ochtendjas aan en zag door het raam van de badkamer auto’s voor het huis stoppen. De politie vertelde dat Joop was aangehouden wegens incest met Esmeranda (toen 27 jaar, red.). Ik zei: ‘Ach, jullie zijn gek. Ik ga gauw mee.’ In de hal kreeg ik de handboeien om. Ik vroeg: ‘Waarom dat dan?’ Op het politiebureau vertelden ze dat ik ook verdachte was. Ik weet nog dat ik zei: ‘Nu weet ik zeker dat het allemaal grote onzin is’.”

Hun verbijstering en wanhoop konden ze niet delen. Zij werd vastgezet in Leeuwarden, hij in Zwolle. Joop Kuijpers dacht en zei dat er door de politie ‘grote fouten werden gemaakt’. “Tegen een officier van justitie zei ik: ‘Schiet op, ik moet gaan werken.’ Hij zei: ‘Jij komt nooit meer aan werken toe’.”

De verhoren waren uitputtend. Ze waren verdacht van incest, later werden ze ook door een tweede dochter (toen 32 jaar) beschuldigd. Ze zouden zes babymoorden op hun geweten hebben en meerdere abortussen. Met infrarood werd vanuit helikopters naar lijkjes gezocht. Seksfeesten, sadomasochisme, Trees Kuijpers zou ook ontucht met twee kleinzoons hebben gepleegd en de lever hebben opgegeten van een van de geaborteerde foetussen.

Tijdens de verhoren werd hun eigen jeugd doorgespit, want zelf waren ze misschien ook seksueel misbruikt. Trees kreeg te horen dat Joop al had bekend. “Ik heb heel vaak gedacht dat ik droomde, in mijn arm geknepen.” Advocaten schetsten hun cliënten de strafmaat: veertien jaar cel tot levenslang.

Trees stortte in. “Dag en nacht brandde het licht in mijn cel. Ik kon niet eten of slapen, durfde niet naar de wc, want je moet daar in je cel, voor het oog van de camera, op een soort pot. Ik ging hyperventileren, mijn bloeddruk was opgelopen, ik had blaasontsteking. Over dag kreeg ik geen matras en moest ik op een betonnen blok liggen.”

Tijdens de hechtenis van het echtpaar overleed de zus van Joop Kuijpers. Mochten ze ieder afzonderlijk onder politiebegeleiding naar het mortuarium. Trees frommelde, geflankeerd door twee rechercheurs, huilend een briefje in de verstijfde hand van haar schoonzus. Had ze met een potlood een laatste groet en haar ongeloof opgeschreven. Een agent die met Joop Kuijpers meeging, rook zijn kans. “Hij zei: ‘Blijf je nu zelfs bij het lijk van je zus ontkennen dat je een grote viezerik bent’.”

Na zeventien dagen kwamen ze vrij, maar door de watersnood konden ze niet terug naar huis. ‘Waar moet ik dan heen?’ vroeg Trees, die niet meer kon lopen en in een taxi naar het centraal station in Leeuwarden werd gezet. ‘Vraag dat maar aan een agent als je in Nijmegen aankomt,’ luidde het advies. Maar Trees kon het woord politie niet meer horen. Met een paar gulden op zak kocht ze in Nijmegen een buskaartje naar haar zus.

Joop verliet de cel zonder zakcentje, met alleen een treinkaart. “Mijn riem en schoenveters had ik niet teruggekregen. Ik was afgevallen, had de band van mijn broek omgeslagen zodat hij niet afzakte en een stuk touw door mijn schoenen geregen. In de trein zette ik mijn tas op mijn schoenen, zodat anderen het niet zagen. Zei een vrouw: ‘Zet uw tas toch boven in het bagagerek.’ Ik zei: ‘Nee, is nogal waardevol wat er in zit’.”

Liftend en lopend kwam hij bij zijn zwager. ‘Is het waar, Joop?’, zei diens vrouw toen ze de deur opendeed. ‘Nee meidje,’ had Joop verzucht. ‘Kom dan maar binnen.’ Toen Trees had achterhaald waar Joop was vielen ze elkaar dezelfde avond huilend in de armen.

De beschuldigingen van hun dochters waren zo extreem en de bewijzen zo dun, dat justitie afzag van strafvervolging. Maar in Druten en de pers was het echtpaar al gebrandmerkt. Trees: “Zonder de steun van een buurvrouw, die nu ernstig ziek is, was ik er aan onderdoor gegaan. Dat wil ik haar per se in haar laatste levenstijd meegeven.”

Joop Kuijpers: “In het dorp lagen duizenden pamfletten met teksten als ‘Kuijpers, Raadhuisstraat, moordenaars’ of ‘Kuijpers weg, Druten incestvrij’.”

Trees: “Ze lagen op de grond en tussen struiken, bij bushokjes. Ze werden tot in Afferden en Deest verspreid.”

Joop: “Ook op de braderie in Druten lag het er vol mee.”

Trees: “En bij de kerk werden ze uitgedeeld, onder anderen door onze dochter en haar therapeut.”

Buren kregen anonieme brieven over de ‘misdaden’ van het echtpaar Kuijpers. “Later hebben we ze door een grafoloog laten onderzoeken,” zeggen Joop en Trees. “80 procent van die brieven was geschreven in hetzelfde handschrift, naar alle waarschijnlijkheid dat van de therapeut.”

Trees durfde de deur niet meer uit, ze kon geen tv-programma volgen, geen boek lezen. Ze was een wrak, Joop raapte al zijn moed bijeen en ging naar zijn werk, waar hij, na de nodige gesprekken, weer welkom was. Trees: “Boodschappen deden we in Wijchen en de hond liet ik ’s nachts uit.” Ze kregen anonieme driegtelefoontjes – ‘We maken jullie langzaam kapot’ – en met vaderdag kwam er een pakket waarin een verscheurd popje zat met een rood lapje vlees, dat een restant van een vermoord kindje moest voorstellen. Trees Kuijpers werd uit de plaatselijke gymclub gezet. Toen ze belde om met een vast groepje weer naar de tennisvereniging te gaan ‘hoefde het niet meer’.

Het echtpaar kwam toch in de juridische molen terecht. Hun dochters eisten een schadevergoeding en straatverbod en vonden in 1996 steun bij de rechtbank die incest aannemelijk achtte. Het vonnis werd in 1997 in hoger beroep door het gerechtshof vernietigd. Het hof noemde de rol van de therapeut van Esmeranda uiterst dubieus. In feite was de therapeut maatschappelijk werker bij de toenmalige gehandicapteninstelling Boldershof. Thuis aan de keukentafel – hij had ook een sportzaak – voerde hij tal van gesprekken met Esmeranda en steunde haar in het doen van aangifte tegen haar ouders.

Het echtpaar begon een rechtszaak tegen de therapeut. Met het resultaat schreven ze geschiedenis. Voor het eerst in Nederland werd een therapeut door de rechter veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de ouders wegens onprofessioneel handelen.

De tweede dochter heeft het altijd bij één politieverklaring gehouden, die door de officier van justitie als ongeloofwaardig werd bestempeld. Joop en Trees denken dat ze werd beïnvloed door haar toenmalige echtgenoot, die vrij veel met Esmeranda optrok.

Tot op de dag van vandaag hebben ze deze dochter niet meer gezien. Ze verhuisde met onbekende bestemming. Esmeranda woont nog vlakbij. De oudste dochter bleef altijd achter haar ouders staan. Joop Kuijpers: “Ik heb Esmeranda een keer op een afstand gezien. Ze heeft intussen twee kinderen gekregen.”

Trees: “Terwijl haar baarmoeder helemaal kapot zou zijn gegaan.”

Drie gynaecologen stelden al kort na de arrestatie van de ouders vast dat Esmeranda nooit zwanger was geweest. Een advocaat toonde aan dat Esmeranda in haar aantijgingen letterlijk stukken had overgeschreven uit het boek van Yolanda uit Epe. Uiteindelijk zijn door hun jongste dochter 21 mensen uit Druten en omgeving aangeklaagd. Joop Kuijpers: “Een broer, twee zwagers, een vriend, buren, een klant van mij. Had ze verklaard dat ze van mij eerst met een klant naar bed moest zodat ik daarna een verzekering aan hem kon verkopen.”

Wat hun beide dochters tot de zware beschuldigingen bracht, is voor Joop en Trees Kuijpers een raadsel. De dag voor de arrestatie was Trees nog op bezoek bij Esmeranda. “Ze zei toen dat de duivel op haar nek zat en dat ze iedereen haatte. Ik zei: ‘Maar waarom dan? Je hebt een lieve man, ons, een huis, werk.’ We dronken die middag thee en dat is de laatste keer dat ik haar heb gezien.”

Hij: “Trees gelooft dat ze nog ooit tot inkeer komt.”
Zij: “Als ze hier zou aanbellen, zou ik hulp voor haar zoeken.” Hij: “Maar dan niet zonder een getuige erbij.”

Ze voelen zich gebrandmerkt en beschadigd voor het leven. “Ik zag een keer bij de fietsenmaker een peuter van zijn driewieler vallen, hielp het huilende kind overeind en probeerde te troosten. Opeens begon ik over mijn hele lijf te beven en keek ik vlug rond of toch niemand het had gezien,” zegt Trees. Joop: “Het heeft heel lang geduurd voordat ik de kinderen van mijn oudste dochter weer een kus durfde te geven.”

Het is allemaal voorbij, maar hun wonden, zeggen ze, zijn te groot om nog door de tijd te kunnen genezen.

Hij: “We staan ermee op en gaan ermee naar bed. We raken dit nooit meer kwijt.” Zij: “Als ik nu op het punt stond om deze jaren over te doen, verkoos ik de dood.”

Procedure aangifte beter
In de jaren negentig, zegt rechtspsycholoog P. van Koppen, werden bizarre aangiften van incest door de politie frofweg op twee manieren bejegend. “Of ze vonden het verhaal op het politiebureau zo extreem, dat ze dachten: ‘Dit kan niet verzonnen zijn’ en dan werden de ouders onmiddellijk aangehouden. Of ze redeneerden: ‘Dit is zo’n raar verhaal, het kan niet waar zijn.’ En dan lieten ze de aangeefster in de kou staan.

Tegenwoordig gaan politie en justitie beter om met aangiften van seksueel misbruik. Sinds eind 1999 worden bijzondere zedenzaken, vóór een eventuele arrestatie, aan een expertisegroep voorgelegd. Er moet dan sprake zijn van hervonden herinneringen bij het vermeende slachtoffer, ritueel misbruik, of herinneringen aan misbruik vóór het derde levensjaar. Bij hervonden herinneringen is het misbruik pas op latere leeftijd, vaak tijdens therapie, naar boven gekomen.

Van Koppen, lid van de expertisegroep: “Als voldoende bewijs ontbreekt en de aangifte tegenstrijdig is, zeggen we dat er naar onze mening geen vervolgbare zaak in zit. Soms adviseren we om er een ander op te zetten omdat de rechercheur zijn werk niet goed doet. Of we geven aan hoe het onderzoek het best kan worden voortgezet.”

De expertisegroep telt vijftien leden, waaronder psychologen, orthopedagogen, een geneeskundige, recherchekundigen en gedragsdeskundigen. Haar advies is niet dwingend, maar wordt vrijwel altijd opgevolgd.

In het eerste jaar beoordeelde de expertisegroep 26 zedenzaken. Daarvan kwamen er twee uit het arrondissement Arnhem. In negen gevallen uitte de expertisegroep twijfels over de geloofwaardigheid van de aangifte. In vijftien gevallen deed ze geen uitspraak over de geloofwaardigheid omdat hiervoor informatie in de dossiers ontbrak.

Ouders die menen dat zij ten onrechte zijn beschuldigd van seksueel misbruik, hebben zich verenigd in de Werkgroep Fictieve Herinneringen. Volgens woordvoerder J. Buijs hebben zich sinds de oprichting in 1994 zo’n 290 ouders bij de werkgroep gemeld. Nog steeds komen er nieuwe zaken binnen, maar de hausse is volgens Buijs voorbij. De piekjaren van de beschuldigingen lagen volgens hem tussen 1992 en 1997.

In het merendeel van de zaken hadden de (vermeende) slachtoffers therapie gehad. Momenteel doet de Gezondheidsraad onderzoek naar de betrouwbaarheid van bepaalde therapieën, zoals hypnose en regressietherapie.

page1image20542496page1image13378976page1image11339392