14 april 2021 ·
Bovengenoemde kreet hebben we al eerder genoemd, in verband met het feit dat ‘geloven’ bij DIS-therapeuten aan een voorwaarde gebonden is: namelijk dat het kind of de volwassen cliënt een verhaal vertelt, dat past in datgene wat de therapeut TOCH AL GELOOFT. Op deze wijze zijn kinderen er in de preschool-trials – rechtszaken waarin peuterschoolbegeleiders ervan werden beschuldigd tot een Satanische misbruiksekte te behoren – toe gebracht om na veel doorvragen uiteindelijk te reppen van ondergrondse tunnels, waarin zich bizarre gruwelen afspeelden.
Je zou zeggen dat men daar wat van had geleerd. Maar in de GGZ standaard voor dissociatieve stoornissen bij kinderen treffen we het volgende aan:
“een lage score sluit niet per definitie een dissociatieve stoornis uit. De ervaring leert dat kinderen nogal eens proberen om symptomen te verbergen en dat na psycho-educatie de score hoger uitvalt.”*
Vertaling: Als je bij testen geen dissociatieve verschijnselen bij kinderen aantreft, moet je ze eerst leren wat ze erop moeten antwoorden.
Tenslotte weten we allemaal dat kinderen nu eenmaal graag het ‘goede’ antwoord willen geven.