30 maart 2021
RETRACTOR KITTY HENDRIKS AAN TAFEL BIJ DIEWERTJE BLOK IN EEN TV PROGRAMMA VAN DE KRO IN 2004 MET COMMENTAAR VAN DOUWE DRAAISMA, BIJZONDER HOOGLERAAR IN DE GESCHIEDENIS VAN DE PSYCHOLOGIE.
Disclaimer: Het is ons vooralsnog niet gelukt de video te downloaden. Hij is te zien op onze Facebook-pagina.
Het gesprek gaat over hervonden herinneringen – en hoe ze te onderscheiden van ‘echte’. Zoals terecht wordt opgemerkt is dat onderscheid moeilijk. Voor een tv-programma als dit ging het echter te ver om daar dieper op in te gaan. Hierbij:
Ook ‘echte’ herinneringen zijn zelden of nooit volslagen betrouwbaar. Dat heeft te maken met het feit dat geheugenflarden betreffende één gebeurtenis in verschillende delen van de hersenen ‘zwerven’ – ‘opgeslagen zijn’ is als beschrijving te statisch. Geheugendeskundigen menen dat het ‘ophalen’ van een herinnering bestaat uit het bijeen voegen van al die flarden en noemen het geheugen dan ook ‘reconstructief’ van aard. Het opmerkelijke is dat proponenten van ‘verdrongen’ of ‘gedissocieerde’ herinneringen bijna hetzelfde begrippenkader gebruiken als ze het hebben over ‘puzzelstukjes’ (zijnde losstaande geheugenflarden) die tijdens de therapie bovenkomen en uiteindelijk leiden tot een min of meer compleet beeld.’
Reconstructie’ betekent ook dat zogenaamde ‘post-event information’ kan worden ingebouwd in een herinnering. Men weet hoe iets is afgelopen, men heeft tv-programma’s over het onderwerp gezien – al deze kennis speelt een rol bij het tot stand komen van een herinnering. Datgene wat men ‘bronverwarring’ noemt, het in het geheugen incorporeren van verhalen die niet zelf zijn beleefd, vind hier zijn oorsprong.
Een bijkomend element is het menselijk vermogen tot confabuleren. Als de flarden/puzzelstukjes niet precies passen, verzint men ontbrekende stukken of een kader waarin ze beter passen. Men is zich er niet van bewust dat de fantasie het op dat moment overneemt. Deze eigenschap zien we in uitvergrote mate bij – vooral intelligente – mensen die dementeren, die daardoor hun verval nog enige tijd voor de buitenwereld verborgen kunnen houden. Confabuleren is echter niet pathologisch: we doen het allemaal. Onze grip op de werkelijkheid is ‘in stake’!
Het moge uit dit korte exposé duidelijk zijn, dat hervonden herinneringen daadwerkelijk niet veel verschillen van de ‘echte’, zoals door geheugenpsychologen beschreven. Niet alleen zijn geheugen en imaginatie onlosmakelijk verbonden, ook is het geheugen in hoge mate beïnvloedbaar. Desondanks zijn er een aantal ‘symptomen’ van hervonden herinneringen te noemen, waarbij een waarschuwingslichtje zou moeten gaan branden:
- De herinnering beschrijft gebeurtenissen waarvan de persoon in kwestie zich voorheen niet bewust was. N.B. Het betreft hier niet een veranderde duiding van gebeurtenissen, zoals kan voorkomen wanneer de volwassene zich opeens realiseert als kind seksueel misbruikt te zijn door een figuur waaraan hij of zij gehecht was en op een manier die voor het kind destijds meer leek op aandacht en liefde.
- De herinnering is zintuigelijk, omkleed met veel perifeer detail en doet denken aan een her-beleving. De betreffende persoon kan de scene tot in de kleinste details beschrijven, als ware het een film. Hij of zij vertoont de bijbehorende emoties. Juist deze herinneringen komen op iedereen, inclusief degene die ze zelf heeft, zeer authentiek over. Het geheugen, echter, is geen film of een foto. Veel ervan is verbaal, hoewel mensen met verbeeldingskracht daar vaak visuele elementen aan toevoegen.
- Er voegen zich steeds weer nieuwe en schokkender elementen bij de oorspronkelijke herinnering aan incest of seksueel misbruik. In onze terminologie is de Doos van Pandora dan geopend.
Een waarschuwing is op z’n plaats: velen geloven dat in zulke gevallen de oorspronkelijke herinnering mogelijk op waarheid berust en dat er wel ‘iets’ met de betreffende persoon gebeurd zal zijn. Hoewel het een feit is dat hervonden herinneringen zich soms groeperen rondom bestaande flarden, betreft het veeleer een verkeerde duiding van een onschuldige flard. In het gesprek tussen Kitty en Dieuwertje komt dit aan de orde. Ons zijn daarnaast regelmatig hervonden herinneringen ter ore gekomen die zich groepeerden rond opmerkingen van ouders die in het hippie-tijdperk een vrijere seksuele moraal hadden dan hun kinderen later.
- In het stadium dat de persoon met hervonden herinneringen haar verhaal naar buiten brengt, valt op dat ze het steeds aanpast, als het wordt bevraagd. Een zeer bekend voorbeeld daarvan is Eileen Franklin, die haar vader beschuldigde van moord, 20 jaar eerder, op haar vriendinnetje Susan Nason. Ze schetste gedetailleerde beelden van de moord-scene, inclusief de schaduwen die bomen wierpen. Toen bij ondervraging bleek dat de tijdstippen die ze aanvankelijk noemde niet konden kloppen, veranderde de richting van de schaduwen ook. Een goed voorbeeld van de werking van confabulatie.
- Het is niet kenmerkend voor hervonden herinneringen, dat de persoon die ze heeft er niet tegen kan dat ze worden betwist. Je herinneringen hebben alles met je grip op de werkelijkheid te maken, zoals we hierboven al opmerkten. En met je identiteit. Maar op grond van herinneringen alle banden doorknippen met diegenen die daar vragen over hebben, is een veeg teken. Als vervolgens alleen contacten worden aangegaan met anderen, die soortgelijke herinneringen hebben, is de realteit zoek.
- Er is sprake van herinneringen van voor het derde levensjaar. Wij wezen al eerder op het bestaan van infantiele amnesie.
- De herinneringen komen voort uit lichamelijke sensaties, die men als ‘lichaams-herinneringen’ aan het trauma benoemt. Helaas verkondigt de hervonden-herinnerings-beweging de laatste jaren steeds vaker het idee dat ‘The Body keeps the Score’. Lees hierover wat we op deze site schreven over de goeroe van dit gedachtegoed, Bessel van der Kolk, onder Tegengif/Bessel van der Kolk.
AFTERTHOUGHT
Onze pagina, de site en het te schrijven boek baseren zich op wetenschappelijke literatuur. We doen zelf geen onderzoek, maar hebben wel een aantal vragen, waarop we het antwoord in de bovengemelde literatuur vooralsnog niet konden vinden. Waar het het geheugen betreft is dat o.a. de volgende: in bovenstaand résumé is er sprake van de werking van het autobiografisch geheugen. Op een bepaald moment wordt dat volgens de beschreven mechanismen tot verhaal. Zulke verhalen komen ons tamelijk gesloten voor, in tegenstelling tot de voor verandering vatbare versies die we hierboven beschreven. De vraag is: betreft het hier nog het autobiografisch geheugen, of hebben we het hier over kennis, dus het expliciet (declaratief) geheugen?